The Texas Chainsaw Massacre

Het is 1974 als Tobe Hooper met een bespottelijk laag budget een welwillende cast en crew bijeen krijgt voor The Texas Chainsaw Massacre. Het gaat over een groepje vrienden die naar Texas afreist. Er gaan verhalen rond over grafplunderaars en ze willen zeker weten dat opa nog veilig begraven ligt. Daarna rijden ze door naar opa’s huis. Onderweg ontmoeten ze een merkwaardige lifter met een voorliefde voor snijden en bloed. Het is een voorbode van wat hen staat te wachten. Want vlakbij het huis van opa woont een kannibalenfamilie. Eén van die familieleden is de gestoorde Leatherface, die met een kettingzaag zijn slachtoffers in stukjes snijdt. Al kan hij zich evengoed redden met een hamer, of spietst hij iemand aan een vleeshaak.

Deze horror zette, net als Halloween, de toon voor een nieuw soort horrorfilm. Eentje die rauw is, in your face, er niet voor terugdeinst het publiek mee te sleuren in een waanzinnige nachtmerrie. En door zijn documentairestijl ook akelig realistisch aandoet.

Hooper koos ervoor zijn doorbraaktitel zonder veel opsmuk te draaien. De camera heeft de functie van voyeur, een kunstmatig oog dat ongefilterd alle ellende opvangt. Neem de briljante dinerscène, waarin Leatherface met zijn vader, broer (blijkt die lifter te zijn) en opa aan tafel zit. Ze kletsen over kannibalisme en hebben een discussie over de noodzaak van moorden. Aan het hoofd zit hun slachtoffer, de doodsbang Sally, vastgebonden aan haar stoel. Tegelijkertijd speelt Hooper met het beeld door het kikkersperspectief te kiezen. Zo wordt de indruk gewekt dat we door de ogen van een kind kijken. Of iemand die met nieuwsgierige blik gehurkt toekijkt. Het shot heeft een verwrongen toon, alsof de camera ook gek aan het worden is.

The Texas Chainsaw Massacre wordt zo voorzien van een dierlijke, waanzinnige energie.

Wat ook bijdraagt aan de “smerige” toon van de film is het moeizame maakproces. Het budget was erg krap en Hooper kon bijvoorbeeld geen tweede kostuum voor Gunnar Hansen (Leatherface) aanschaffen. De acteur moest dus gedurende de hele draaiperiode dezelfde kleren dragen. Texas werd destijds bovendien getroffen door een hittegolf en iedereen zat te zweten en stinken. En als iemand gewond raakte werd het bloed ook in de film gebruikt. Want ja, probeer met zo’n minimaal budget maar eens overtuigende wonden aan te brengen. The Texas Chainsaw Massacre wordt zo voorzien van een dierlijke, waanzinnige energie. Er zit een hoop agressie en woede in, wat nog het best wordt samengevat in het eindshot. Woedend dat zijn slachtoffer is ontsnapt laat Leatherface zijn ronkende kettingzaag door de lucht suizen.

Daar waar de vervolgen en remakes vooral inzetten op bloed, focust het origineel zich op realisme en onderliggende bezetenheid. De kans dat je zelf een kannibalistische familie tegenkomt is vrij klein, deze film roept toch het gevoel op dat dit tot de mogelijkheden behoort.

Tobe Hooper/Marilyn Burns en Gunnar Hansen

 

 

 

7 gedachten over “The Texas Chainsaw Massacre

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.