Salò o le 120 giornate di Sodoma

Salò o le 120 giornate di Sodoma. Ofwel, Salò or the 120 Days of Sodom. Schrijver Marquis de Sade schreef het beruchte boek dat in 1904 voor het eerst werd gepubliceerd. Regisseur Pier Paolo Pasolini gebruikte het in 1975 voor zijn laatste film. Hij is zo wansmakelijk, weerzinwekkend en walgelijk dat het een robuuste cultstatus heeft opgebouwd. Michael Haneke, Gaspar Noé en Claire Denis beschouwen het als één van de beste films ooit gemaakt. Volgens Pasolini was de film bedoeld als metafoor voor het fascisme, de corrumperende werking van macht en het stinkende consumentisme.

Met andere woorden, Salò stond heel hoog op mijn kijklijst. Is hij nou echt zo erg als wordt beweerd? In 1944 verschansen vier mannen, afkomstig van de Italiaanse overheid, zich in een landhuis. Ze nemen een groep tieners, een handvol prostituees en ander onfrisse figuren met zich mee. Hun doel: de tieners onderwerpen aan psychologische en fysieke martelingen. Gewoon. Omdat dat dat kan.    

Het begin is niet eens zo afstotelijk. Eerder absurdistisch, met de vier kerels in dat enorme landhuis, omringd door hun tienerslaven die geen kant op kunnen. Er is geen sprake van persoonlijkheden. Niemand heeft een identiteit. Pasolini richt de shots in als kille, afstandelijke portretten. Het absurdistische hoogtepunt is de scène waarin de jongens en meisjes als honden de zaal in komen gerend en hun eten krijgen toegeworpen.  

Ik ga niet beweren dat het fijne beelden zijn. Maar waar blijven de stank en wansmaak? Oh, dat komt nog. Godallemachtig. Als ik eraan denk trekt mijn maag zich weer samen.  

Adem in, adem uit.  

De prostituees vertellen in geuren en kleuren over hun markante clientèle, met als bedoeling het vuur van de begeerte op te stoken. De verhalen worden ook uitgespeeld. Dus als tot in detail… (Ik krijg het nauwelijks mijn bek uit…) Het gaat over poepsex. Je mag helemaal zelf invullen wat dat inhoudt. Punt is, de vier mannen denken dus, “goh, dan gaan we daarvoor.” En ze bereiden dus een uitgebreide maaltijd met… Ook dat mag je zelf invullen.  

Ik ging zo zwaar over mijn nek dat ik paars aanliep. Maar ik wilde per se doorzetten. En dus keek ik Salò, ondanks mijn aanhoudend protesterende maag, uit. Vier mannen die hun slaafjes doodmartelen. Pasolini sluit af met twee jongens die met elkaar dansen en dan verschijnt “FIN” in beeld. Afgelopen.

Hoe naargeestig deze nihilistische martelporno ook is, toch zie ik nog iets wezenlijks achter de waanzin. Volgens mij is Salò ook de verbeelding van een diepe, alles opslokkende depressie. Het is de bodem van de diepste put, een plek waar geen licht schijnt. Net als een depressie je dieper en dieper de donkerte inzuigt, zo creëren de vier kerels een hel vol afstompende gruwelijkheden. 

Pasolini gaat ver. Heel erg ver. Misschien wel te ver. En gek genoeg heb ik daar ergens ook bewondering voor. Salò is dan de verbeelding van het dieptepunt, het vergt echt wel lef om dat dieptepunt zo onverholen op beeld te zetten. Artistiek verantwoord? Geen idee. Maar ik heb zelden zo fysiek gereageerd op een film. Het heeft een dag geduurd voor de shock uit mijn lijf was getrokken.

Normaal gesproken zou ik zeggen, kijk en oordeel zelf. Nu zeg ik, kijken op eigen risico. Zorg voor sterke zenuwen. En een stevige maag.

Ik ben ook te volgen via Letterboxd.

2 gedachten over “Salò o le 120 giornate di Sodoma

  1. Hoe groter de geest, hoe groter het beest. Passolini is naar ik meen net voor de film uitkwam op gruwelijke wijze vermoord.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.