Alhoewel op de hoes van Amarcord in grote letters de naam van regisseur Federico Fellini staat geschreven, dacht ik dat de film geregisseerd was door Pier Paolo Pasolini. Hoe dat komt? Ik verwarde Amarcord met The Decameron. In mijn kronkelige logica lijken die twee titels nou eenmaal op elkaar. En The Decameron is wél gemaakt door Pasolini. Hij was ook verantwoordelijk voor Salò, waarmee hij afdaalde naar de diepste krochten van de hel. Wat nou als ik het vrolijke en optimistische van Amarcord tegenover het nihilistische van Salò zou plaatsen. Mooie invalshoek, toch?
Maar Amarcord is van Fellini. En niet van Pasolini.
Volgen we het nog?
Maakt niet uit. Ik begin wel opnieuw.
Amarcord is een univerbatie (het samenvoegen van verschillende woorden tot één woord) van “a m’arcord”. Ofwel, “ik herinner”. Dat suggereert filmische memoires. Zo wordt Amarcord over het algemeen ook beschouwd, volgens Fellini is het zeker geen pure verfilming van zijn jeugd (al zijn er wel autobiografische overeenkomsten).
Plaats van handeling is een dorp waar door de lucht zwevende pluisjes de lente aankondigen. De dorpsbewoners komen bijeen om dit seizoen te vieren, daarna lopen de verschillende personages en scènes kriskras langs elkaar heen. Masturberende schoolkinderen, een tabaksverkoopster met flinke voorgevel, marcherende soldaten…
Eén personage blijft steeds terugkomen: Titta. Een jonge kerel die ruziet met zijn vader, gedwongen wordt om naar de kerk te gaan en heel graag nader kennis wil maken met de tabaksverkoopster. Zijn rol is om van de losse stukjes een geheel te maken. Hem echt als hoofdpersonage zien is lastig, omdat hij nooit als zodanig wordt neergezet.
Daar komt bij dat Amarcords versplinterde structuur weigert om een echt narratief te volgen. Er zijn geen ontwikkelingen of inzichten. Eerder impressionistische schilderschetsen van het dorpsleven. Ik had er, zeker in het begin, wat moeite mee om grip te krijgen op Fellini’s mozaïek. Tot ik begreep dat de film bedoeld is als een stroom van absurde gedachtes en fantasieën. Een chaotische, bonte boel van situaties die elkaar losjes opvolgen.
Amarcord zijn de sterke verhalen van een dronken oom, vertelt op feestelijke gelegenheden. Verhalen over seks, dood, religie en politiek. Met ieder seizoen glijdt Fellini’s komische drama door het jaar. Als de lente weer is aangebroken heeft de film zijn cirkel voltooid. Het duurt even voor de magie van Amarcord zijn werk doet, maar dan zie ik wel een wondermooie, al dan niet autobiografische film vol kwajongensachtige vrolijkheid.
(En ja, Amarcord staat verder heel ver weg van Pasolini’s depressieve meesterwerk).