Tommy

Iedere zichzelf respecterende rockband of -artiest heft zijn eigen documentaire of film. Denk aan Metallica: Some Kind of Monster, Radiohead: Meeting People Is Easy en recent Studio 666. The Who, misschien wel dé leidende rockband vanaf de jaren zestig, kwam in 1975 met hun eigen filmische avontuur. Ze lieten zich daarbij inspireren door hun album Tommy, een grootse rockopera over de doofstomme en blinde Tommy, die zich ondanks zijn handicap ontpopt tot de koning van de pinballmachine.

Dat is natuurlijk te zot voor woorden. Een jongen die niet eens het zilveren balletje kan zien of horen wordt de ongeslagen kampioen? Het album was echter een commercieel succes dat ook de critici kon bekoren. Dus ja, als je dan iets gaat verfilmen, dan toch je best ontvangen werk. Ken Russell, bekend van onder meer het hallucinerende Altered States, werd achter de camera gezet.

Ik wist dat de “musical” niet de reputatie heeft van fijnzinnige of zelfs goede cinema. En op het eerste gezicht is die kwalificatie helemaal terecht. Russell volgt dan wel het idee van het album, de liedjes zijn verknipt door de film gestrooid. De felle kleuren bezorgen je oogpijn. Oliver Reed en Ann-Margaret staan te acteren als stripfiguren in een hysterische strip vol schreeuwerige expressies en dialogen.

Het thema misbruik, doorgaans een niet te onderschatten en levensbepalend onderwerp, wordt dankzij Keith Moon gereduceerd door slapstick. Sowieso wordt alles platgeslagen in de onophoudelijke bombast. Probeer dan nog eens iets van een serieuze boodschap over te brengen.

Daarbij speelt zanger Roger Daltrey de rol van Tommy (oh ironie…), met als gevolg dat hij eigenlijk helemaal niet zoveel doet. Een beetje om zich heen “kijken”. Dat is alles. Pas richting het einde, als de massa hem ontdekt als de Messias, mag hij die vuige rockstrot van hem open te trekken.

Er zijn dus, kort samengevat, genoeg redenen om Tommy nadien snel te vergeten. Of beter nog, gewoon te laten liggen. En toch zou ik liegen als ik zeg dat ik niet heb genoten van deze doldwaze “albumfilm”.

Iedereen levert zoveel spelplezier en er zit zo’n sterke energie in de productie, dat ik ondanks de rommelige en springerige verhaalontwikkeling Tommy alsnog in de armen sluit. Reed is hilarisch als Tommy’s stiefvader. De cameo’s van Eric Clapton, Tina Turner en Elton John zijn prachtig. En dat de nummers zo versnipperd zijn maakt ook niet zo heel veel uit. De muziek is stevig genoeg om dat goed te maken.

The Who kan beter opwindende rockmuziek spelen in uitverkochte stadions, Tommy is evengoed een heerlijk foute rockfilm. Warm aanbevolen om dit een kans te geven.

Regie: Ken Russell. Met: Oliver Reed en Ann-Margret

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.