De obsessie van De Filmjunk: Swedish House Mafia

Ik heb als muziekliefhebber epische concerten meegemaakt. Pearl Jam. Godspeed You! Black Emperor. Green Day. Radiohead. The Afghan Whigs. Foo Fighters… Ik kan nu ook Swedish House Mafia aan dat rijtje toevoegen. Ik verwachtte een show vol radiovriendelijke popnummers, waarbij de drie DJ’s hun ding zouden doen achter de mengpanelen. Een fijn feestje in één van Nederlands bekendste concerthallen. Dat feestje kwam er. Grootser en intenser dan ik had kunnen voorspellen.

Sowieso hing er al een sfeer van anticipatie in de lucht. Niet zo gek. De band heeft een lange pauze genomen en vierde jaren geleden al een emotioneel afscheidsconcert. Eigenlijk was dit bedoeld als een soort van reünie, opgewarmd door twee voorprogramma’s.

Dat de fans er zin in hadden bleek wel toen de drie mannen het podium betraden en de opwinding naar het kookpunt steeg. Zodra de muziek begon barstte de vreugde definitief los. Net als de set, trouwens. Een lange, uitgerekte muur van dansbaar geluid dat gretig door de massa omarmd werd. Alsof het publiek na jaren wachten zijn muzikale helden weer in de armen sloot.

Voor anderhalf uur veranderde Swedish House Mafia de Ziggo Dome in een vreugdevolle discohal, vol met flikkerende lichtjes. Elke bezoeker had bij de ingang een armbandje meegekregen, waarbij het lampje oplichtte op het ritme van de muziek. Het was onmogelijk om te blijven zitten en spoedig stonden ik en mijn beste vriend mee te dansen.

Prijsnummers Save the World en Don’t you worry child werden bewaard voor de laatste minuten. Twee klassiekers in het oeuvre van de groep die met zo vol overtuiging meegezongen werden dat de haartjes op mijn armen rechtovereind gingen staan. De negentig minuten gingen veel te snel voorbij. Ik verlangde naar meer. Fenomenaal. En dat voor een act die naam maakte met radiovriendelijke pop.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.