Jurassic World Dominion

Ein-de-lijk, dacht ik toen ik klaarzat voor Jurassic World Dominion, de nieuwste toevoeging aan de klassieke filmserie die in 1993 begon met Jurassic Park. Toen liet Steven Spielberg de wereld naar adem happen met uit de computer getoverde dinosaurussen. Op een kereltje van nog geen vijf jaar oud maakten die prehistorische wezens diepe indruk. Ook jaren later krijg ik nog kippenvel als de langnekken voor het eerst in beeld verschijnen. De filmserie is met Jurassic World Dominion alweer toe aan het zesde hoofdstuk, met als bedoeling het heden en verleden samen te knopen.

Enerzijds kunnen we rekenen op de personages die werden geïntroduceerd in Jurassic World, anderzijds keren de bekende koppen uit het allereerste deel weer terug. Ik zou zeggen, dat schept verwachtingen, en ik was dan ook erg blij in de bioscoopzaal te zitten. Maar ik moest redelijk snel toegeven dat dit deel tegenviel. Waarom? Wat is de reden dat dit deel zo’n hol en onbevredigend gevoel achterlaat? Alsof het een grote anticlimax is in plaats van de knaller die het had kunnen zijn?

Laat ik beginnen met het positieve, en dat is het uitgangspunt. Na Jurassic World: Fallen Kingdom moeten mens en dino noodgedwongen met elkaar samenleven. Dit biedt een schat aan materiaal om de diepte in te gaan. Niet te veel, maar genoeg voor in ieder geval wat overpeinzingen. Wat betekent het als wezens uit een lang vervlogen tijdperk plots in deze moderne wereld worden gedumpt? Hoe reageren wij op zoiets? Regisseur Colin Trevorrow heeft wel wat ideeën. Illegale dierensmokkel bijvoorbeeld. Ook het leger ziet zulke bijtgrage moordmachines wel zitten.

Het voornaamste probleem van Jurassic World Dominion is dat Trevorrow die intrigerende ideeën slechts aanstipt en verder de formule afwerkt. Er is weer iemand met kwade bedoelingen, de plannen lopen fout, de dinosaurussen laten hun tanden zien, iedereen rent weg, enzovoort, en zo verder. Het wordt zo voorspelbaar en gedachteloos gepresenteerd dat het nergens knettert. De personages dienen inmiddels als voer of schermvulsel. De lijnen van de plot moesten duidelijk snel worden afgerond, waarbij een echte emotionele catharsis uitblijft.

De droge humor van Ian Malcolm (Jeff Goldblum) geeft de actie nog iets van smaak. En het blijft gaaf om naar de de dinosaurussen te kijken. Al is de echte verwondering, de magie uit de eerste delen, wel weggesleten. Na Jurassic Park is het immers een koud kunstje om alles op het scherm te krijgen.

Het ironische is dat de dinosaurussen tijdens de films steeds menselijker zijn geworden. Als een moeder raptor wordt herenigd met haar kind, is het de eerste keer dat ik iets van ontroering ervaar. Dat kan niet de bedoeling zijn. Voor de nostalgie geef ik deze monsterfilm drie sterren. Al is dat eigenlijk onverdiend.

Regie: Colin Trevorrow. Met: Chris Pratt en Bryce Dallas Howard

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.