The Shining (serie)

Stephen King was minder dan tevreden toen hij in 1980 zag wat Stanley Kubrick met zijn roman The Shining had gedaan. De regisseur had, aldus King, een horrorfilm afgeleverd met een onbetwistbaar goede atmosfeer, maar ook de ziel eruit gesloopt. Kubrick had een duidelijk antwoord op Kings kritiek. Zijn boek was namelijk ronduit beroerd en dus had de regisseur er zelf wat van moeten maken. Waarom Kubrick zich dan überhaupt aan een verfilming had gewaagd? Simpel. Horror was in. De regisseur wist dat hij met Kings boek wel degelijk een hit kon maken en draaide een film die nog altijd hoog staat aangeschreven.

Om een beknopte samenvatting te geven. Jack (Jack Nicholson) reist met zijn vrouw Wendy (Shelley Duvall in de pijnlijkste miscasting ooit) en zoontje Danny (Danny Lloyd) naar het verlaten Overlook Hotel. Daar wil hij in alle rust aan zijn toneelstuk schrijven en zijn huwelijk met Wendy repareren. Het hotel zit echter bomvol spoken die hun eigen plannen hebben met de temperamentvolle, naar drank snakkende schrijver. Zij nemen bezit van Jack en dwingen hem om Wendy en Danny in mootjes te hakken.

Ik weet nog goed dat ik The Shining voor het eerst zag en het weinig indruk op mij maakte. Ik ervoer geen binding met de personages, mijn tenen schoten in de kramp van Shelley Duvall en ik begreep helemaal niets van het einde. Ik ken iemand die nog nachtenlang wakker heeft gelegen, bang voor een gek met een bijl of om het woord “redrum” op zijn slaapkamermuur geschreven te zien staan. Ik vond The Shining meer verwarrend dan echt eng.

Ik denk dat Kubrick baat zou hebben gehad bij Kings script.

In die periode begon ik Stephen King te ontdekken en besloot het bronmateriaal te lezen. Wie The Shining alleen als film kent, raad ik het boek sowieso aan. Het is vloeken in de kerk, maar Kubrick heeft de personages uit het boek gereduceerd tot tweedimensionale figuren. Pionnetjes die hij over het schaakbord schuift. Ik was het met King eens dat de film zijn roman absoluut geen recht deed.

Toen kwam ik achter het bestaan van een andere filmversie van The Shining. Geregisseerd door Mick Garris, een miniserie voor TV. Eerlijk, ik verwachtte hier niet veel meer van. Ik kan zeggen wat ik wil over Kubrick, op visueel en technisch gebied was hij heer en meester. Garris had voor de miniserie voornamelijk ervaring opgedaan met al dan niet obscure b-horrors. Vooruit, en de verfilming van The Stand. Maar toch. De goedkope horrorbeelden op de hoes spraken nou ook niet echt in het voordeel. Toch was ik benieuwd. En wat bleek? Zo slecht is deze versie niet. Sterker nog, ik vind hem nog best goed.

Wat overheerst bij Garris’ The Shining, is een merkwaardig gevoel van warmte. Dramatische warmte. De personages hebben veel meer persoonlijkheid, laten zich daadwerkelijk zien, er wordt echt de tijd genomen om een relatie met de kijker op te bouwen. Steven Weber is geen Nicholson, hij gedraagt zich tenminste niet als psychopaat die elk moment uit elkaar kan klappen. En Rebecca De Mornay is geen Duvall (godzijdank!), zij staat zoveel steviger in haar schoenen dan de Wendy die in Kubricks versie werd opgevoerd.

De hamvraag is, heeft Garris een betere The Shining afgeleverd dan Kubrick?

Hoeveel fijner is het om te kijken naar deze drie figuren die moeten overleven in het hol van de leeuw. Geen geforceerde enigmatische tierelantijnen die moeten aantonen hoe “slim” de regisseur is geweest. Of zogenaamd mysterieuze lagen moeten aanbrengen. Garris’ The Shining kent legio gebreken (flauwe speciale effecten, uitleggerige of knullige dialogen, een cameo van King, de verschijning van Danny’s vriend Tony), het is dankzij die warmte dat ik zijn filmversie van Kings briljante horrorroman erg waardeer. Het is een dramatische kijk op een uiteenrafelend huwelijk en huiselijk geweld, gedoopt in een pittige griezelsaus.

De hamvraag is, heeft Garris een betere The Shining afgeleverd dan Kubrick? Heeft Garris het origineel op alle gebieden overtroffen? Nee. Maar andersom geldt hetzelfde. Ik denk dat Kubrick baat zou hebben gehad bij Kings script. Die combinatie, van technisch vernuft en menselijke warmte, zou écht interessant zijn geweest. In Doctor Sleep is daar, als je het mij vraagt, een glimp van te zien.

Voor Fantasize schreef ik, in het kader van de rol van de vrouw in het fantastische genre, nog een stuk die inzoomt op Wendy’s rol in The Shining.

The Shining (1997) on IMDb

Regie: Mick Garris. Met: Steven Weber en Rebecca De Mornay

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.