Jackie

 

Soms heeft een film niet een briljant, gelaagd verhaal nodig, maar een intense, gelaagde acteerprestatie. Dat een acteur of actrice zo goed in een rol zit en zo’n sterke prestatie levert, dat het je nog lang bijblijft. Pablo Larraín kreeg van Darren Aronofsky het script van Jackie in de schoot geworpen. Het is een biografische film over de vrouw van John F. Kennedy, Jacqueline Kennedy. Hij castte Natalie Portman in de hoofdrol, die op behoorlijk wat lof kon rekenen van de critici. En terecht.

De film behandelt cruciale momenten in haar leven: kort voor de moordaanslag op Kennedy, de aanslag zelf, de nasleep, het interview met Theodore White voor Life magazine, en haar leven na de aanslag. Deze scènes zijn losjes door elkaar gemonteerd, waardoor Jackie een fragmentarisch, springerig karakter krijgt. Larraín houdt de teugels stevig in handen, waardoor de kijker nooit verdwaald in de chronologie.

Maar laten we wel wezen, dat is niet het belangrijkste. Dat is Portman. Zij draagt de film, schijnbaar met het grootste gemak. Of Jackie nu rouwt, de controle heeft bij het interview of voor glimlachende presidentsvrouw moet spelen, ze doet het. Het voelt niet alsof ze Jackie probeert te portretteren, ze ís Jackie. Wat de situatie ook vraagt, ze stort zich er helemaal in. Wie er ook in de scène naast haar staat, ze eist alle aandacht op. De slepende spraak, de manier waarop ze rookt of Theodore White tijdens het interview terechtwijst, ik had het idee naar de echte Jackie te kijken die vooral haar best doet om te overleven.

Het kan nog het beste worden omschreven als een reis door haar herinneringen. De muziek voegt er nog een extra dromerige sfeer aan toe. De camera lijkt vooral op een toeschouwer die niet te dichtbij wil komen, maar toch nieuwsgierig is naar deze bijzondere vrouw. Het enige wat ik mij afvraag, is hoe het eruit zou zijn gekomen met Aronofsky in de regiestoel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.