Monty Python and the Holy Grail

Via Monty Python and the Holy Grail maakte ik jaren geleden kennis met de droogkomische nonsens van vier Britten en één Amerikaan. Deze grappenmakers waren al bekend door hun serie Monty Python’s Flying Circus. Elke aflevering gooiden ze de krankzinnigste sketches naar het tvpubliek en grossierden ze in absurdisme. Met The Holy Grail geven ze het verhaal van koning Arthur een eigenzinnig draai, met humor die varieert van slimme woordgrappen tot flauwe banaliteiten. De elementen uit het verhaal worden ruimschoots belachelijk gemaakt, en er is ook ruimte voor metahumor. De komedie opent met Arthur en zijn hulpje Patsy. Patsy slaat twee halve kokosnoten tegen elkaar om te suggereren dat ze paardrijden.

Als ze bij een kasteel arriveren, is de eerste vraag van de kasteelbewoner: hoe komt het eigenaardige duo aan die kokosnoten? (Antwoord: ze hadden niet genoeg budget voor echte paarden. Echt waar.) En in de begintitels is er Zweedse ondertiteling. De kijker wordt medegedeeld dat de ondertitelaar is ontslagen, de intro gaat weer rustig door. Nu hebben de namen een Zweedse spelling gekregen. Excuus, dames en heren, degene die de ondertitelaar ontsloeg is nu ook ontslagen. Zo gaat het door, tot eindelijk de film zelf begint.

Monty Python and the Holy Grail stijgt boven zijn genregenoten uit omdat het een eigen karakter heeft. Het wisselt de grappen in hoog tempo af, betreedt nodeloos zijpaden, en neemt zichzelf totaal niet serieus. Het gaat puur om het beleven van lol. Mijn favoriet scène is wanneer Galahad The Pure een kasteel binnenstormt en in de armen van een groep vrouwen valt. Een hele grote groep behoeftige vrouwen. Ineens draait Zoot, de leidster, zich naar de camera. Ze deelt met een brede grijns mede dat dit hun favoriete scène is, waarop personages uit reeds gespeelde en toekomstige scène commentaar leveren. Kan er eventjes tempo worden gemaakt? De zelfbewuste humor en platte grappen ontmoeten elkaar met hilarisch resultaat.

Deze intelligente satire op koning Arthur is geen komedie die met slim zijn makkelijk wil scoren.

Monty Python is niet compleet zonder de visuele uitspattingen van Terry Gilliam. Het budget liet geen weldadige decors toe (tot grote irritatie van Gilliam), en dus leefde de enige Amerikaan van de groep zich als vanouds uit met animaties. Allemaal in het teken van de Middeleeuwen. En soms bedoeld om scènes aan elkaar te rijgen. Met als onbetwiste hoogtepunt het monster dat plotseling verdwijnt omdat de tekenaar een hartaanval heeft gekregen.

Tegenwoordig is het vermoeiend als een komedie slim wil overkomen. Het voelt geforceerd, alsof de makers wanhopig willen bewijzen hoe zelfbewust ze zijn. Deze intelligente satire op koning Arthur is geen komedie die met slim zijn makkelijk wil scoren. Het gaat puur om grappenmaken. Als het kan wordt een serieuze toon aangeslagen. En al is niet elke grap een dijenkletser, het is vermakelijk genoeg om een film lang te blijven boeien.

Terry Gilliam & Terry Jones/Graham Chapman en Eric Idle

 

Een gedachte over “Monty Python and the Holy Grail

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.