A Street Cat Named Bob

Ik heb gemengde gevoelens bij A Street Cat Named Bob. Het is de verfilming van het gelijknamige boek, geschreven door James Bowen. Hij is straatmuzikant en worstelde met een hardnekkige heroïneverslaving. Geheel per toeval stapte de rooie kat Bob in zijn leven. Het tweetal wordt een straatsensatie, Bowen wordt gestrikt door een uitgeverij: ziedaar het perfecte recept voor een hype. In de film wordt James Bowen gespeeld door Luke Treadaway. Hij zwerft door de Londense straten, op zoek naar eten, drinken en onderdak. Hij heeft de drugs eigenlijk afgezworen, tot hij toch weer in de verleiding wordt gebracht. Maar hij wil stoppen. Echt stoppen. Via via komt hij in een afkickproject en krijgt hij een speciale woning toegewezen. Terwijl hij een bad neemt hoort hij iemand inbreken. 

Wat blijkt: hij heeft gezelschap gekregen van een rooie kat. De kat, die door buurvrouw Betty “Bob” wordt gedoopt, weigert James’ zijde te verlaten. Ook als James op zijn gitaar staat te spelen voor winkelend publiek blijft Bob bij hem zitten. Dit schouwspel roept, uiteraard, grote vertedering op bij de omstanders. Want wat is nou aandoelijker dan een kat?

Als kattenpersoon sluit ik de koppige Bob direct in de armen. Wanneer hij door de drukke straten trippelt hoop ik dat hem niets overkomt. En ik smelt helemaal weg als James hem, verpakt onder zijn jas, naar de dierenarts brengt. Net als fotograferende omstanders beschouw ik de rooie kat als een schattig wezentje dat de aandacht op zichzelf vestigt. Dat is hartstikke leuk, maar er zijn meer dingen gaande. James is nog altijd de afkickende junk die bovendien de koude schouder krijgt van zijn familie. A Street Cat Named Bob is niet slechts bedoeld om vertedering op te roepen. Er zit ook een echt drama in.

Als kattenpersoon sluit ik de koppige Bob direct in de armen.

Ik wil mij heus wel inleven in James en zijn deplorabele leven, Bob blijft de publiekstrekker. Als James zijn vader bezoekt moet dit een ontroerende scène worden, Bob gooit algauw roet in het eten met een flinke komische noot. Dit gaat niet over James’ lijdensweg om clean te worden, dit is een manier om Bob een podium te geven. Letterlijk: als een opgeknape James zijn boek signeert zit Bob op een kussentje toe te kijken.

En dat is precies de reden waarom ik A Street Cat Named Bob niet helemaal vertrouw. Het voelt eerder als een promotiestunt voor Bob dan als een oprecht verhaal over een straatmuzikant die zijn leven wil beteren. Ik gun het James Bowen allemaal, en deze titel zal het ongetwijfeld tijdens de feestdagen goed doen, ik heb het gevoel alsof de makers stiekem willen dat we na afloop vooral het boek gaan kopen, en de filmpjes van James en Bob op YouTube bewonderen.

Roger Spottiswoode/Luke Treadaway en Bob the Cat

 

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.