Fitzcarraldo

Aan het begin van Fitzcarraldo koopt het titelpersonage, gespeeld door Werner Herzogs “muze” Klaus Kinski, een rubberplantage. Het is een goedkope, nauwelijks te bereiken plantage, die volgens de wet binnen een half jaar winst moet maken. De verkoper zet zijn brilletje af en vraagt Fitzcarraldo of hij überhaupt weet waar hij mee bezig is. Fitzcarraldo, blij als een kind, knikt enthousiast. Dan heeft hij nog niet eens zijn werkelijke plan gepresenteerd. Hij wil de plantage bereiken door met een gigantische stoomboot de rivier te bevaren. Het laatste stuk moet hij over een heuvel gaan.

Mét de boot. Ofwel, die boot moet ook over die heuvel. Zo kan Fitzcarraldo uiteindelijk de rubber vervoeren, geld verdienen en een operahuis bouwen in de jungle. Want hij is helemaal gek van opera en wil de bombastische muziek naar zijn eigen grond brengen. Mocht dit al krankzinnig klinken, Herzog besloot dit plan ook daadwerkelijk uit te voeren. Met andere woorden, die stoomboot die over de heuvel wordt getrokken, dat is echt gebeurd.

Probeer het je even voor te stellen. Een koppige regisseur met grootse plannen, een histrionische acteur die letterlijk schreeuwt om aandacht, een minimaal budget, nauwelijks goed eten, drinken of huisvesting, een vijandige omgeving (Herzog beschreef de jungle ooit als een goed georganiseerde moordmachine) en een gigantische stoomboot die over de heuvel moet worden getrokken. Fitzcarraldo is zowel de documentatie van een grootse stunt als het verslag van een onmogelijke missie in één.

Dan moet je je ook bedenken dat Herzog en Kinski elkaar tien jaar geleden al in de haren vlogen tijdens de opnames van Aguirre: der zorn Gottes (die ik overigens net wat beter vind, maar dat terzijde). Toch besloot Herzog om opnieuw met Kinski in de jungle te duiken en dit gestoorde plan voor elkaar te krijgen. Kinski, met zijn uit steen gehouwen kop en grote ogen waarin de gekte onophoudelijk knetterde, was zeker vergeten dat hij tien jaar geleden door Herzog werd bedreigd. Toen de acteur dreigde om de set te verlaten richtte Herzog een geweer op de reus. Als de acteur het waagde om te vertrekken schoot de regisseur eerst hem en dan zichzelf dood.

Fitzcarraldo is de definitie van megalomanie. Grootheidswaanzin. Twee knallende ego’s die een stoomschip over de heuvel trekken. De mens die zich weigert te beperken en zijn zin doordrijft. Als dat schip via een ingewikkeld systeem van touwen, katrollen en houten constructies langzaam over de heuvel kruipt, vraag je je toch af of Herzog niet stiekem valsspeelt. Is er echt geen sprake van gezichtsbedrog? Illusies? Dit kán toch niet?

De vraag die Fitzcarraldo wordt gesteld door de verkoper, ik wil wedden dat de producer dezelfde vraag stelde aan Herzog. Wist de regisseur waar hij aan zou beginnen? Wat zijn plan eigenlijk inhield? Misschien dat hij er een nachtje over moest slapen? Ik weet zeker dat Herzog met hetzelfde kinderlijke enthousiasme knikte en vrolijk aan de slag ging. Die stoomboot zou trouwens nog steeds in die jungle liggen. Hem één keer over de heuvel duwen was leuk genoeg.

Regie: Werner Herzog. Met: Klaus Kinski en Claudia Cardinale

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.