Trois couleurs: rouge

Trois couleurs: rouge, deel drie uit het kleurendrieluik, gaat knallend van start. In korte, strak gemonteerde scènes volgen wij model Valentine (Irène Jacob) tijdens haar dagelijkse bezigheden. Sporten, poseren voor de camera, tussendoor water drinken en weer door. Dan rijdt zij per ongeluk een hond aan. Het arme dier is eigendom van rechter Joseph Kern (Jean-Louis Trintignant), die er een bijzondere hobby op na houdt. Hij luistert telefoongesprekken af. Gesprekken tussen partners, minnaars, ouders en kinderen… Valentine vindt zijn stille invasie van privé-levens afschuwelijk.

Joseph haalt er zijn schouders over op. Wat maakt het uit dat die mensen worden afgesluisterd? Valentine wil de “slachtoffers” inlichten, maar ontdekt dat de zaken genuanceerder in elkaar steken. De twee tegenpolen gaan met elkaar in gesprek en bouwen langzaam een vriendschap op. Joseph ontdooit en begint zich toch af te vragen of hij moet doorgaan met afluisteren. Parallel aan hun broze band loopt het verhaal van Auguste (Jean-Pierre Lorit) en Karin (Frédérique Feder), een jong koppel wiens liefde sterk op de proef wordt gesteld.

Na het dromerige en aardse te hebben verkend, krijgt in Trois couleurs: rouge de felste en vurigste kleur uit het palet de aandacht: rood. De kleur van liefde, sensualiteit, passie, verlangen en bloed, de kleur die Marco Borsato zich toe-eigende toen hij nog een florissante carrière genoot. De kleur is bonter en indringender dan voorgangers blauw en wit. Rood is zowel gevaarlijk als spannend. Het is opwindend en dodelijk. Mijn hoop was dat het nu zou klikken tussen mij en Kieslowski meanderende triologie, eindelijk op de loftrompet kan blazen. Helaas.

Hij had alles verteld wat hij wilde vertellen.

Na de reeds beschreven sterke start verdwaal ik weer tussen de beelden. Vraag mij waar de film over ging en ik kan een paar scènes opnoemen. Het gesprek tussen Joseph en Valentine, het afluisteren, het ongeluk met de hond. Maar wat er is verteld, wat de rode draad is die de scènes met elkaar moest verbinden? Geen idee. Trois couleurs: blue en Trois couleurs: blanc worden op het einde aan elkaar geknoopt, resulterend in een grotesk slot dat sterk botst met de subtiele toon van de drie titels.

Als ik informatie opzoek over Kieslowski kom ik geregeld woorden als “dichter” tegen. Als ik kijk naar de bijzondere beelden begrijp ik dat wel. Kieslowski is het soort filmmaker bij wie emoties, stijl en filosofische mijmeringen vooropstaan. Het mag meanderen, kabbelen, zonder dat er al te veel duiding wordt gegeven. Wat het allemaal betekent moet het publiek maar voor zichzelf uitzoeken.

Ik heb daar helemaal geen problemen mee, ik kan met geen mogelijkheid de beelden in de context van de thema’s plaatsen. De films zullen ongetwijfeld vol brille zitten en ik geloof zo dat Kieslowski diepzinnige vragen stelt over het leven, ik heb mijzelf steeds afgevraagd waar ik naar zat te kijken. Het ziet er fantastisch uit, ik blijf na drie films achter met een onbevredigend gevoel.

Voor Kieslowski was het na Trois couleurs: rouge einde oefening en ging hij met pensioen.

De enige scène die de drie titels met elkaar verbindt, dat van de vrouw bij de glasbak, wordt hier trouwens opgelost. Na afsluiting en observering, is Valentine het personage dat de vrouw helpt om die fles eindelijk in de glasbak te krijgen. Nu ik erover nadenk zou die kleine scène ook een trilogie op zich kunnen vormen. Dat is tenminste een beeld wat ik kan plaatsen, een eigen invulling aan kan geven. Iets over empathie, de uitgestoken hand of de verharde maatschappij. Geen gedoe met kleuren, alleen dat vrouwtje met haar fles bij de glasbak.

Voor Kieslowski was het na Trois couleurs: rouge einde oefening en ging hij met pensioen. Hij had alles verteld wat hij wilde vertellen. Het was mooi geweest. Twee jaar later overleed hij.

Three Colors: Red (1994) on IMDb

Regie: Krysztof Kieslowski. Met: Irène Jacob en Jean-Louis Trintignant

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.