Snake Plissken (Kurt Russell), de antiheld uit John Carpenters donkere toekomstthriller Escape from New York, is cool. Met dat ooglapje heeft hij wel iets weg van John Wayne. Snake zegt niet meer dan nodig is. Elke zin, elk woord is een fluistering. We weten alleen dat hij gediend heeft in het leger. En dat de mensheid wat hem betreft naar de verdoemenis kan gaan. Achter zijn coole masker van cynisme schuilt een vleugje kwetsbaarheid. Snake heeft het nodige meegemaakt, hij behoudt nog een klein beetje menselijkheid.
Om die reden is hij net meer dan de brommende eikel die tegen wil en dank op missie wordt gestuurd.
Voor deze missie moet hij naar New York om de president te redden. In het jaar 1997 is New York niet de bruisende metropool, maar een streng beveiligde gevangenis waar tuig rondloopt. De president draagt een koffertje dat onmiddellijk weer terug moet komen. Maar ja, wie heeft de ballen om het levensgevaarlijke New York binnen te dringen en eruit te ontsnappen?
Dat is het moment waarop Snake wordt geïntroduceerd. Half-verborgen in de schaduwen. Geboeide handen. Een uitstraling van “ik heb geen ene fuck met jullie te maken”. Toch zal Snake eraan moeten geloven. Als hij de missie afwijst wordt hij diep onder de grond gestopt.
Escape from New York werkt voor een groot deel door Russells sobere spel, het andere deel is te danken aan Carpenters onopgesmukte filmstijl. Ik heb Guillermo del Toro ooit horen zeggen dat Carpenter, net als Howard Hawks, houdt van economisch filmen, om de beelden zo kaal mogelijk te maken. Hier is dat zeker gelukt. Escape from New York is zo precies ingericht dat alles wat er gebeurt, van gewelddadige confrontaties tot zenuwslopende stiltes, maximaal effect krijgt.
Als Snake zich door de ellende heeft gewerkt en eindelijk buiten levensgevaar verkeert zou je denken, “het is klaar”. Maar Carpenter wil Escape from New York niet zomaar afsluiten. Zonder er te veel woorden aan vuil te maken impliceert hij dat Snake het einde van de wereld inluidt. En dat hem dat ook erg weinig kan schelen. Sterker nog, op de manier waarop hij eenzaam wegloopt zou ik denken “hij kijkt ernaar uit”.
Tenminste, dat is hoe ik het einde interpreteer. Ik kan ernaast zitten. Maar, hoe macaber het ook klinkt, ik hoop dat ik gelijk heb. Voor mij is het de perfecte manier om Escape from New York af te sluiten. Met de cynische achteloosheid van Snake.