In 2003 besprak de Belgische site Enola – toen nog Digg – Darkness Falls: “Stephen King zou z’n voortuin beter in de gaten moeten houden. Schijnbaar heeft iemand door z’n vuilnis zitten snuffelen, en papieren gestolen met ideeën die hij niet wilde gebruiken omdat ze gewoonweg niet naar zijn standaards waren. Die persoon heeft daar vervolgens het scenario van ‘Darkness Falls’ uit gepuurd, een griezelfilmpje dat zo fenomenaal slecht is, zo onbeschrijflijk van de hond z’n scrotum, zo hallucinant, waanzinnig knudde, dat zelfs Rob Van Eyck in z’n ogen wrijft van verbazing.”
Het is wel duidelijk dat Darkness Falls een dikke onvoldoende scoorde. Tegelijkertijd verdenk ik de desbetreffende bespreker er ook van een niet al te beste dag te hebben gehad, want werkelijk elk pietepeuterig detail kon rekenen op een grondige analyse. Voor iemand die wel houdt van filmisch ramptoerisme – zoals ondergetekende – zijn dit soort scherpe kritieken juist een uitnodiging om het wrak zelf eens te bekijken.
Zo ergens in de negentiende eeuw heeft dorpslieveling Matilda Dixon de naam van “Tandenfee” geworven, omdat kinderen die hun uitgevallen tanden aan haar geven gouden muntstukken krijgen. Als op een dag twee kinderen verdwijnen, wordt met een beschuldigende vinger naar Matilda gewezen.
Voor ze aan de strop bungelt vervloekt zij het dorp en zweert wraak. In 1990 is Kyle Wash er getuige van hoe de geest van de Tandenfee zijn moeder vermoord. Helaas voor hem gelooft de sheriff niet in spookpraatjes en wordt Kyle beschuldigt van moord. Weer jaren later is de Tandenfee terug. En moet Kyle de confrontatie met zijn demonen aangaan.
Ik ga niet beweren dat Darkness Falls wel een goeie horrorfilm is. Het dunne en gekunstelde narratief is duidelijk overgenomen van de betere horrortitels en de acteurs doen alsof ze meewerken aan een bloedserieuze en zwaar dramatische productie. Het is ook niet zo heel spannend. Darkness Falls presenteert zich godbetert als een horrorfilm over de Tandenfee. Dan liever de Engel des Doods, waar het script eigenlijk over ging.
En toch vind ik Darkness Falls ook niet zo verschrikkelijk slecht. Ondanks zijn gebreken biedt deze kleine horror zo nu en dan nog wat vermaak. Jonathan Liebesman (die later achter de camera zou staan voor onder meer Battle Los Angeles) weet hoe hij een Gohtische sfeer neer moet zetten, een gevoel van claustrofobie kan creeëren. Nee, dit is niets voor de bioscopen en het heeft evenmin gezorgd voor een revolutie in het groezelige landschap van horror. Maar als tussendoortje, als je een avondje niets anders te doen hebt, is Darkness Falls prima griezelvermaak.
Misschien dat ik films heb gezien die véél slechter zijn (niemand zal zo snel de “kwaliteit” van The Room evenaren). Misschien ben ik de afgelopen jaren milder geworden in het keuren van titels. Maar daar waar Digg Darkness Falls ongenadig hard aanviel zeg ik “zó slecht was hij echt niet.”
Je kan mij volgen via Facebook, X, Instagram en Letterboxd.