Knock at the Cabin

M. Night Shyamalan. De regisseur die begon met een knal (The Sixth Sense) en daarna opmerkelijk snel afzakte naar bedenkelijk niveau. En bij iedere nieuwe film denk ik, is het erop, eronder, of lafjes ertussenin? Met Knock at the Cabin baseerde hij zich weer op bestaand bronmateriaal: The Cabin at the End of the World van Paul Tremblay. Vier vreemden kloppen aan bij de blokhut van vaders Eric en Andrew en hun adoptiedochter Wen. Het kwartet komt met een verbijsterende verkondiging: één van de drie gezinsleden zal geofferd moeten worden. Als dit niet gebeurt, vergaat de wereld.

Natuurlijk weigeren Andrew en Eric hieraan mee te werken. Maar zo snel geeft het kwartet niet op. Ze torsen al een tijd het lot van de mensheid op hun rug. Het is een druk waar ze nog net niet aan onderdoor gaan. Dus de keuze zal gemaakt worden. Hoe dan ook.

Terwijl de bizarre gijzeling voortduurt, neemt Shymalan ons in flashbacks mee in het leven van Andrew en Eric. Hoe ze zielsveel van elkaar houden maar elkaar ook zwaar op de zenuwen kunnen werken. Hoe ze Wen liefdevol opnamen als hun eigen dochter. En hoe ze eens aan werden gevallen in een bar.  

Shymalan hint stevig naar een verklaring voor waarom dit viertal ineens bij dit blokhut aanklopte. Een verklaring die ver wegblijft van zijn bovennatuurlijke stokpaardjes en geworteld is in de realiteit. Denk aan thema’s als nepnieuws en manipulatie. De vier “bezoekers” zitten zo diep in hun eigen fuik dat het gezonde verstand gesmoord wordt. Knock at the Cabin zou een krachtige aanklacht tegen homofobie en opzettelijke misleiding kunnen zijn.

Het acteerwerk, zeker vergeleken met bijvoorbeeld Old, is van een veel hoger niveau. Dave Bautista, die jarenlang de worstelring onveilig maakte, imponeert als gespierde reus die met gemak met zijn aanwezigheid het scherm vult. Rupert Grint, ooit doorgebroken als de aandoenlijke en ietwat irritante Ron Weasley in Harry Potter, speelt nu een totaal tegenovergesteld personage. Net als Daniel Radcliff is hij volwassen geworden.  

Ik koester dus de hoop dat Shyamalan met Knock at the Cabin het niveau van The Sixth Sense benadert. Dat hij weer eens een goeie nagelbijter presenteert waarin gegriezel en melodrama een mooie balans vormen. Maar helaas. Shyamalan kiest toch nadrukkelijk voor het bovennatuurlijke en haalt zo de ambiguïteit uit het verhaal.

Door zo expliciet die kant op te gaan en de meer geaarde verklaring nauwelijks uit te werken, laat hij ook heel veel vragen onbeantwoord. Waarom dook specifiek die blokhut op in de “visioenen” van het viertal? Wat hebben Eric, Andrew en Wen ermee te maken? En had ons nog meer laten zien van de vier indringers. Dat zijn toch ook fascinerende persoonlijkheden.

De sfeer van Knock at the Cabin is bij vlagen dat van een nachtmerrie, inhoudelijk is het te dun en warrig voor een voldoende. Een geval van lafjes ertussenin.

Je kan mij volgen via Facebook, Twitter, Instagram en Letterboxd.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.