Komt er een klant op kantoor

Er was een klant op kantoor. Volgens de receptie was het een “aardige” en “kalme” kerel van ergens achter in de veertig. Ik ging naar de ontvangsthal met pen en papier, schudde de man de hand en vroeg wat ik voor hem kon doen. Hij vroeg of we niet ergens één-op-één konden zitten. En misschien kon hij nog een kopje koffie krijgen? Liefst met een scheutje melk. Ik antwoordde dat er geen andere plek was. En, zo vertrouwde ik hem toe, zo goed was de koffie hier niet. Maar ik kon hem zeker van dienst zijn. Ik had dan wel nog zijn postcode en huisnummer nodig.

Hij zuchtte en vertelde dat zijn krant vanochtend weer niet was bezorgd. Voor de zoveelste keer. Hij wilde hier nu eens met een méns over praten en níet met een antwoordapparaat. Het liefst zonder dat hij uren in de telefonische wachtrij moest staan. Ik verzekerde hem dat ik de klachten met hoge spoed door zou geven aan de distributeur, ik had dan wel nog even zijn postcode en huisnummer nodig.

Na een korte stilte zei de man dat hij dat verhaaltje over “hoge spoed” en “de distributeur” inmiddels zelf wel op kon dreunen. Kon er echt niets anders worden gedaan? Was er geen telefoonnummer van het depot? Desnoods belde hij zelf even met de verantwoordelijke distributeur. Toen ik zei dat dat echt niet kon vroeg de man: “Hoe sta ik eigenlijk in het systeem?” “Al onze abonnees zoeken wij op basis van postcode en huisnummer. Abonneenummer kan ook.” “Een getal, dus,” zei de man.

Hij stond op, mompelde iets over dat hij wel weer zou bellen en liep naar buiten. Ik had hem echt graag willen helpen. Maar zonder gegevens zou dat erg lastig worden.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.