Guido van der Werve heeft in de wereld der artistiekelingen naam gemaakt met opvallende video-installaties en optredens. In de kortfilm Nummer 8 wandelt hij over een ijslandschap en wordt achterna gezet door een ijsbreker die hem langzaamaan inhaalt. Er zullen ongetwijfeld diepere lagen in zitten, zelf ben ik geneigd dit soort taferelen te beschouwen als aandachttrekkerij. Een man loopt doodgemoedereerd weg voor een ijsbreker. Ja. Spannend…? Iets te particulier, als je het mij vraagt. De trailer van Nummer achttien beloofde meer van dit soort scènes.
Een reeks sketches die samen een film van anderhalf uur vormen. Had ik daar nou echt zin in? Ik besloot mij over mijn wantrouwen heen te zetten – ook slechte films leveren schrijfstof op – en werd aangenaam verrast. Nummer achttien blijkt zowaar een prachtige artistieke biopic te zijn.
Van der Werve raakt op een dag betrokken bij een pittig auto-ongeluk. Na te ontwaken uit zijn coma volgt revalidatie. Tussen de oefeningen door onderwijst een klein meisje de kijker over het menselijk lichaam, het ontstaan van de wereld, seks en filosofische vraagstukken. Van der Werve maakt herinneringstochtjes naar zijn jeugd, toen hij opgroeide met een goedbedoelende vader en zwaar neurotische moeder. Geen wonder dat van der Werve zelf ook niet helemaal lekker in zijn vel zit. Als uitlaatklep heeft hij de muziek, al is hij beter in componeren dan zingen.
Nummer achttien heeft soms wel iets weg van Jiskefet. Net als Herman Koch, Michiel Romeyn en Kees Prins wilden ontregelen en kietelen met bizarre humor, begrijpt van der Werve heel goed hoe hij met absurdisme zijn eigen demonen het zwijgen kan opleggen. Hij laat koren de meest wrange teksten zingen, maar de zang is zo mooi dat de botsing tussen rauw en verfijnd juist hilarisch wordt. En ooit gedacht dat een pistool goed klinkt als triangel?
Die humor is ook echt nodig. Want wat van der Werve laat zien is niet misselijk. Hij doet niets goed, de wereld kijkt naar hem als het ultieme buitenbeentje en van moederliefde is geen enkele sprake. Als de ellende niet was gebracht met dit absurdisme, zou de mozaïek aan autobiografische beelden bezwijken onder het dramatische gewicht. De grappen van Nummer achttien zijn zo heerlijk donker-komisch, verwrongen en mismoedig, dat ik er alleen maar om kan lachen.
Met Nummer achttien laat van der Werve laat ons zien wie hij is. Waarom hij doet wat hij doet. Alsof hij het publiek op deze manier probeert te bereiken, zijn eigen muur neer weer wil halen. Hij is een mafketel die zijn eigen impulsen lastig kan onderdrukken. Dat weet hij zelf ook wel. Op deze manier, zo vermoed ik, wil hij zoveel zeggen als “ik ben uiteindelijk ook gewoon een mens.”
Wel vraag ik mij af of hij ook publiek zal bereiken buiten zijn cirkel van bewonderaars. Misschien dat zijn aanhang juist meer ijsbrekers wil zien. Dat kan natuurlijk ook. En hé, wellicht dat het van der Werve helemaal niets kan schelen of hij hiermee een breder publiek trekt.
Regie: Guido van der Werve. Met: Guido van der Werve en Marguerite de Brauw
