Haardvuur

Het haardvuur wil niet uitgaan. Ik heb er al heel wat emmers water tegenaan gegooid en zo hard geblazen dat ik er duizelig van ben, het haardvuur blijft branden. Ik vind het maar niets. Wat als de rook zich straks door het huis verspreidt en ik langzaam stik in mijn slaap?

Ik bel mijn beste vriend op. Als ik hem de situatie heb uitgelegd zegt hij dat als het haardvuur wil blijven branden ik daar niet zoveel aan kan doen. Hij heeft gelijk. Natuurlijk heeft hij gelijk. Maar dat neemt mijn ergernis niet weg. Met de telefoon aan mijn hand doe ik nog een halfslachtige poging het haardvuur uit te maken. Het helpt niets.

“En nu?” vraag ik mijn beste vriend. “Kijken” antwoordt hij. “Gewoon kijken naar de vlammen die aan het hout likken. En voelen. Voel hoe de hitte je ogen uitdroogt en je huid laat prikkelen. Soms zal het te veel worden. Maar er komt een moment dat het haardvuur dooft. Misschien dat het langzaam gebeurt. Of juist snel. Tot die tijd heb je geen andere keus dan het te tolereren.”

Ik bedank mijn beste vriend en hang op. Het haardvuur brandt alsof het mij uitlacht. Prima. Ik wacht wel af.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.