Jaren geleden zag ik David Cronenbergs Cosmopolitan, naar een roman van Don DeLillo. Wat ik mij daarvan herinner is de eindeloze stroom aan suffe dialogen. Geneuzel over een naderende Apocalyps. Zoiets. Ik was dus niet echt enthousiast over White Noise, de nieuwste film van Noah Baumbach, die ook een boek van DeLillo als uitgangspunt nam. Maar White Noise is toch een stuk opwindender dan Cronenbergs gaapfestijn. Er gebeurt veel in Baumbachs wonderlijke combinatie van drama, horror en filosofische overpeinzingen. Zoveel dat de film net niet uit zijn voegen barst.
Het aandoenlijke paar Jack en Babette delen een gezamenlijke angst voor de dood en moeten die angst bedwingen als hun dorp getroffen wordt door een ramp. Nadien blijkt Babette een geheim te hebben voor Jack. Een geheim dat hun relatie een venijnige tik geeft en de wraakzuchtige moordenaar in Jack wakker schudt. Tussen de gekkigheid door is de supermarkt een soort heilige plek waar iedereen in vrede samenkomt om het leven te vieren.
De grote kracht van White Noise zit hem voor mij in zijn absurdistische karakter. In het niet kunnen voorspellen wat er gaat gebeuren in de volgende scène. Baumbach maakt de overijverige bureaucratie belachelijk (het stukje waarin Jack vraagt over “SimuVac” is briljant), bekritiseert de informatiekanalen die ons moeten voorzien van correcte nieuwslevering en laat ons lachen over de malligheid van het leven.
Baumbach weet de stijlen en stemmingen zo zelfverzekerd te combineren dat het een vanzelfsprekend en samenhangend geheel wordt. Ik vroeg mij dan af waarnaar ik zat te kijken, nergens voelde de cocktail van White Noise kunstmatig of geforceerd. Baumbach vertrouwt genoeg op het materiaal om het voor zich te laten spreken.
Iedere acteur krijgt de kans om te schitteren, Adam Driver steekt met kop en schouder boven iedereen uit. Als hij een gepassioneerd college geeft over Hitler en haarfijn vertelt hoe deze dictator een week moederskindje was die zijn Mütti op een voetstuk had geplaatst, kan je niet anders dan ademloos naar hem luisteren. Hoe hij vriendelijk de degens kruist met veteraan Don Cheadle is indrukwekkend. Driver mag zich inmiddels wel rekenen tot één van de betere spelers van zijn generatie.
Met al zijn zijpaadjes dreigt White Noise erg wijdlopig te worden, met personages die aanhoudend wijsheden spuien, alles blijft samenkomen in dat ene thema wat Jack en Babette niet los kunnen laten: de dood. Is het iets om te vrezen? Te omarmen? Moeten wij de angstvallige verwachting van de onherroepelijke dood dempen met pillen? Of die angst juist accepteren? Er worden heel veel vragen gesteld die de kijker zelf mag beantwoorden.
In tegenstelling tot het monotone Cosmopolis weet White Noise dus wel degelijk te overtuigen. De statige dialogen, door de acteurs uitgekauwd als toverballen, komen hier helemaal tot hun recht. White Noise is een prachtig filmisch essay over de dood, dat met zijn mengsel van stijlen weet te prikkelen, irriteren en intrigeren. Ik zeg erbij, je moet ervan houden. En toevallig doe ik dat.
Regie: Noah Baumbach. Met: Adam Driver en Greta Gerwig

Een gedachte over “White Noise”