Matthew Perry heeft net zijn memoires Friends, Lovers and the big Terrible Thing gepubliceerd. Een goed excuus om eens nader naar hem te kijken. Want man, wat is deze kerel een gevalletje van ontsporing.
Het begon nog best goed. Friends katapulteerde hem hoog de stratosfeer in. De scenaristen van de serie maakten dankbaar gebruik van zijn speelse geest en verwerkten zijn grappen in de episodes. Perry werd een megaster, een groot schijnend licht met grappenmakerij als specialisme.
Misschien dat de roem hem naar het hoofd steeg. Of dat er lang voor zijn doorbraak al demonen in zijn oren fluisterden en hij hun verleidelijke praatjes niet meer kon weerstaan. Hij gaf zich in elk geval over aan een flinke hoeveelheid drank en drugs. Perry arriveerde met verlammende katers op de set en gaf achteraf toe dat hij zich de opnameperiodes van grofweg drie seizoenen niet meer kon herinneren. Dan ben je echt ver heen.
Na de serie worstelde Perry met een wispelturige loopbaan. Jaren later, tijdens de veelbesproken Friends-reünie, oogde hij afwezig. Depressief. Dit kwam door de verdoving van een tandartsbezoek, werd achteraf verklaard. Maar Perry verbrak in die tijd ook zijn verloving. Hij stond op het punt het huwelijksbootje in te stappen en trok zich alsnog terug. Kwam dit ook door de verdoving?
Waar komt toch die drang tot zelfdestructie vandaan? Nooit verwerkte (jeugd)trauma’s? Een aangeboren zelfhaat? Perry is geen veelzijdige acteur, de rol van verdrietige clown zit hem als gegoten. Misschien moet hij het eens proberen als komiek op de planken. Gewapend met een microfoon zou hij prima een avondje kunnen vullen met zijn sardonische humor.
Ik weet trouwens dat hij in zijn boek ook niet al te fraaie woorden heeft gewijd aan Keanu Reeves. Over hem zal ik het een andere keer hebben.