Soms moet ik zonder enige voorkennis in een film duiken. Zoals met RRR, afkomstig uit Tollywood. Voor de oningewijden, Tollywood is verwant aan Bollywood, de beroemde filmindustrie uit India. Gezien deze verwantschap kan het niet anders of RRR wordt gekenmerkt door een hutspot aan actie, drama, gezang en dans. En de nodige bromance, ik weet niet of dat ook zo bij dit genre hoort. De film trapt af met een lieflijk liedje, gezongen door een klein meisje. De lieflijkheid spat als een bubbel uit elkaar zodra de kwaadaardige Scott Buxton (Ray Stevenson) zich laat zien.
Hij en levensgezellin Catherine (Alison Doody) besluiten om de kleuter te kopen. De moeder krijgt munten toegeworpen en denkt eerst nog dat er betaald is om het liedje. Totdat haar meisje in de auto wordt gegooid en zij tranen om haar moeder brult. Helaas kan niemand de ontvoering stoppen. Dorpsopperhoofd Komaram Bheem (N.T. Rama Rao Jr.) weigert de brute daad te accepteren en reist incognito af naar het stadje waar het meisje vermoedelijk gevangen wordt gehouden.
Na dit drama wordt het tweede hoofdpersonage van RRR geïntroduceerd. Ziedaar agent Alluri Sitarama Raju (Ram Charan Teja), die met zijn stok stevige klappen uitdeelt en zich als een soort superheld door de grootste mensenmassa’s heen kan meppen. Als wordt gevraagd om een intrigant op te sporen, meldt hij zich zonder aarzelen aan. Wat daarna gebeurt laat zich raden. Bheem en Raju ontmoeten elkaar en sluiten vriendschap. Geen van de twee mannen heeft ook maar het flauwste benul van de dubbele agenda’s.
Zelf moest ik denken aan de plot van The Departed, Rajamouli’s meesterlijke überblockbuster is zoveel meer dan een zenuwslopend kat en muisspel. RRR speelt zich af ten tijde van de Britse overheersing in India. De Engelsen worden geportretteerd als het ultieme kwaad dat de bevolking stevig onder de duim houdt. Desnoods met knetterhard geweld. Daarbij zijn Raju en Bheem gebaseerd op echt bestaande vrijheidsstrijders – met de nodige fictieve aanpassingen. Je zou bijna denken dat hier sprake is van een ietwat bevooroordeelde weergave van de tijdsperiode.
Maar om RRR te beschouwen als puur maatschappij-kritisch doet de film ook tekort. Het is bovenal vermaak op stand twaalf. De actie is zo over de top dat het doordraait. Aan de andere kant, waarom zou je alleen schietpartijen filmen als je ook digitale herten, tijgers en paarden kan inzetten? Daarbij ontwikkelen de twee mannen zich gedurende de film als onverslaanbare superkrachten die het opnemen tegen de duivelse Britse overheersing. Reken maar dat dit nog meer krankzinnig actiespektakel oplevert.
Eigenlijk is het idioot, hoe Rajamouli onbeschaamd vol op het gaspedaal stapt, de potsierlijke scène’s in razend tempo laat opvolgen. Nog idioter is dat het werkt. Hoe dat kan? Ik vermoed de totale overtuiging die in RRR zit. Het bruist en bubbelt van de creatieve energie, knettert van de filmliefde. De acteurs gooien zich vol in de danspassen, zingen de longen uit hun lijf en schieten als Tollywoodiaanse Rambo’s de jungle aan stukken. Of er nou om intense dramatiek of een aanstekelijke choreografie wordt gevraagd, Rao Jr. en Teja geven werkelijk alles.
Eerst denk ik, waar heb ik naar gekeken? Wat was dit voor gekte? Daarna volgt de bewondering. Fantastisch, hoe Rajamouli met RRR zijn eigen gang gaat. Hij trekt zich werkelijk niets aan van stijlbreuken of geloofwaardigheid. Hollywood kan wel wat van die speelse waanzin gebruiken. Heerlijk, hoe een film zo kan overrompelen.

Regie: S.S. Rajamouli. Met: N.T. Rama Rao Jr. en Ram Charan Teja