Ooit het gevoel gehad dat je leven gecomponeerd werd door de woorden van een scenarioschrijver? Dit is precies wat Edgar overkomt in Ober, een ober (Alex van Warmerdam) die stoïcijns het leven ondergaat. Hij haat zijn werk, zijn bedlegerige vrouw en behoeftige minnares. Als hij er op een dag genoeg van heeft loopt hij pardoes de woning van zijn scenarist Herman (Mark Rietman) binnen. Nadat die van de verbijstering bij is gekomen (“jij hoort hier helemaal niet te zijn!”), beweert hij dat Edgar juist hoort te lijden. Edgar is een tragisch personage en moet zoveel mogelijk ellende ervaren.
Maar ach, als Edgar zonodig een opwindender leven wil, dan kan hij dat krijgen. Zo schrijft Herman een subplot over de maffia, een Japanse huurmoordenaar en krijgt Edgar het wel erg lastig met twee minnaressen. Ergens is dit wel Edgars eigen schuld. Als je iets nooit moet doen, dan is het je eigen ideeën opdringen aan een schrijver. Zeker als die schrijver jouw leven bepaalt. Edgars leven krijgt zeker sjeu, er komen ook problemen bij. Dat krijg je ervan, als je de schrijver van je leven lastigvalt.
Deze meta constructie doet sterk denken aan het meesterlijke Adaptation., geschreven door Charlie Kaufman. Bij wijze van wanhoopspoging schreef Kaufman zichzelf maar in het verhaal om zo een filmscript af te kunnen leveren. Daar waar hij laag op laag tikte en zijn personages uitdiepte, trekt Ober zich helemaal niets aan van de ongeschreven schrijfwetten. Motivaties? Diepgang? Interne logica? Wat is dat allemaal? Nee, zoals Herman opmerkte moet Edgar lijden. Dat is de clou van het verhaal. En van Warmerdam weet daar wel raad mee.
Met zijn muizige gezicht geeft hij de neerslachtige ober perfect zijn dieptreurige uitstraling. De raarste personages vragen hem om onmogelijke diensten. Werkelijk alles wat hij onderneemt loopt uit op een fiasco. In het restaurant doet hij nauwelijks moeite zijn minachting voor de klanten te verbergen, die zich op hun beurt ook schofterig gedragen. Het bizarre dieptepunt is als drie hufterige zakenmannen Edgar in een aquarium gooien. Terwijl de vissen rustigweg doorzwemmen dobbert hij in het water en kijkt zijn broer toe alsof die ook niet weet wat hij moet doen.
Ober was mijn allereerste kennismaking met van Warmerdam. Nu nog kan ik ervan genieten hoe hij zich zonder scrupules voor lul zet. Als Edgar is hij best een zielig mannetje met dorst naar een avontuurlijker leven, om zich vervolgens zwaar te verslikken als het gevaar hem boven het hoofd stijgt. Knap ook hoe alle situaties, die toch vooral als malle sketches worden gepresenteerd, evengoed nog bij elkaar komen om een soort van geheel te vormen.
Maar, het is niet van Warmerdams beste. Daarvoor ontbreekt het dramatische gewicht van bijvoorbeeld Abel, De noordelingen, of iets recents als Schneider vs. Bax. Ober slaat lekker om zich heen tot het wel genoeg is. De grootste grap is nog dat Herman de film kan stoppen met één woordje. Maar niet voordat Edgar genoeg is vernederd.

Regie: Alex van Warmerdam. Met: Alex van Warmerdam en Mark Rietman