Baantjer

Iedere aflevering van Baantjer begon met de vondst van een lijk. Daarna klonken de zware slagen op de typemachine (TAK TAK TAK. TAK. TAK. TAK. TAK TAK) die het woord “Baantjer” spelden en werd het beroemde melodietje gespeeld. Misschien wel de beroemdste uit de geschiedenis van Nederlandse misdaadseries. Op de mondharmonica blies Toots Thielemans een melancholiek wijsje, een orgeltje speelde een driekwartsmaat. Door de unheimische geluidseffecten wist je dat er iets broeide. Baantjer speelde zich af in Amsterdam, maar hield zich verre van het toeristische plaatje.

Dit was niet de stad van de Dam, Madame Tussauds, of de grachten waar al die leuke bootjes in varen. In dit Amsterdam lagen lijken in smalle steegjes, peeskamertjes of het water. De hoofdrol was voor Piet Römer, die jarenlang de rol van Jurriaan de Cock op zich nam. Hij had al een behoorlijk reportoire bij elkaar gespeeld, nu zou hij zich onsterfelijk maken met de woorden “Mijn naam is de Cock, met C-o-c-k.” Nog leuker was dat zijn loyale rechterhand Dick Vledder heette (Victor Reinier). En de misdaad kon pas worden opgelost na een bezoek aan de kroeg, waar Vledder en de Cock konden rekenen op een glas cognac van Lowietje.

In mijn herinneringen was Baantjer zeker rauw, maar ook een formule-serie. Erg vermakelijk, vaste prik op de vrijdagavond. Verder niet. Als ik de afleveringen nu terugkijk, valt mij op hoe scherp de serie eigenlijk is. Er worden onderwerpen behandelt als mishandeling en incest. Veel moorden zijn per ongeluk gepleegd, wat de tragiek vergroot. Zo vaak wordt geroepen door de dader dat hij of zij pure onmacht ervoer, zich mee liet slepen door emoties. Het is ook niet zo dat iedere moord netjes wordt opgelost. Soms blijven er open eindjes liggen en komt de moordenaar ermee weg. Het is helemaal treurig als een kind de trekker overhaalt.

Zowel toen als nu beschouw ik de brommende de Cock als de steunpilaar van de serie. Hij wordt gedreven door een sterk gevoel van rechtvaardigheid en ziet iedere moord als precies dat: een moord. Of het nou om wraak ging, passie of iets anders, feit is en blijft dat iemands leven is ontnomen. Dat principiële brengt de Cock wel eens in gewetensnood en geeft de serie zijn morele ambiguïteit. Niemand is echt goed of slecht.

Halverwege de twaalf seizoenen komt er een nieuwe collega opdraven. Iris de Graaff (Kirsten van Dissel) mocht Eva Prins (Marian Mudder) vervangen. Op zich geen slechte wissel, ware het niet dat de Graaff werd opgezadeld met een traumatische ervaring. Dat trauma eiste wel erg veel aandacht op, met zelfs een aflevering waarin de gebeurtenis uitgebreid aan bod komt. Het geeft de Graaf ontegenzeggelijk diepgang, aan de andere kant krijgt niemand anders zo’n soort karakterontwikkeling. Dat voelt scheef.

Daar komt ook bij dat de moordmysteries in de latere seizoenen hun randje verliezen. Het leek of de scenaristen hun inspiratie verloren, waardoor de kracht van de serie gaandeweg afneemt. Er zit nog genoeg sterk materiaal tussen, mijn enthousiasme voor de Cock en zijn team nam evengoed af.

Op zijn slechtst is Baantjer een generieke misdaadserie, op zijn best bestaan de afleveringen uit pittige mini-drama’s. Mocht je opnieuw kennis willen maken met deze klassieker, hij is te bewonderen op Videoland. Heerlijk, om weer te duiken in nostalgie, terug te gaan naar het Amsterdam waarin BN’ers de “eer” hadden om voor lijk te “spelen”. Geweldig ook om te zien hoe een aantal inmiddels bekende acteurs hun opwachting maken.

Hou er wel rekening mee dat niet alle afleveringen online staan. Bovendien is met de volgorde van de episodes gerommeld. Het doet niets af van de kwaliteit, jammer is het wel. Mocht je trouwens nog de complete versie van de intro willen horen, getiteld Circle of Smile, zoek dan zeker eens op YouTube.

Regie: Pollo de Pimentel e.a.. Met: Piet Römer en Victor Reinier

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.