Iedere vezel van mijn wezen verzette zich tegen het bezoeken van Housewitz, de documentaire waarin Oeke Hoogendijk haar moeder Louke volgt. Louke overleefde Westerbork en worstelt sindsdien met een knoert van een oorlogstrauma. Zij heeft zich verschanst in haar woning en weigert een stap over de drempel te zetten. Al toen ik de trailer zag wist ik dat Housewitz een lastige zit zou worden. Het onderwerp is erg persoonlijk (de ouders van mijn vader maakten de Holocaust van akelig dichtbij mee) en ik zag het niet zitten om snotterend in de bioscoopzaal te zitten. Ik besloot toch te gaan.
Angst is immers nooit de beste raadgever. Daarbij had ik de merkwaardige aandrang om juist met deze documentaire mijn comfortzone te verlaten. Met bonzend hart zat ik in de zaal, nerveus wachtend tot het licht uitging. Housewitz opent met Louke die iedere avond vanuit bed naar de tv kijkt. Op haar scherm is een trein te zien die monotoon zijn route op de rails volgt. Overdag blijft de televisie aan, als om zo in contact te blijven met de buitenwereld. Louke voedt tussendoor de kat, belt met haar dochter en leeft de resterende dagen van haar leven. Niets bijzonders, zou je zeggen.
Wel opvallend is hoe de woning dient als verzamelbak van spullen uit Loukes verleden. Misschien is zij gewoon heel erg op zichzelf. Iemand die hamstert en niet kan of wil opruimen. Verder is zij een kordate vrouw met een stevige persoonlijkheid, en houdt zij ten alle tijden krampachtig vast aan haar eigen visies. Het moet altijd gaan zoals zij wil dat het gaat.
Wat ik wil zeggen is dat hier, naar mijn gevoel, niet meteen een oorlogsslachtoffer zit. Meer een bijzondere vrouw die niet zoveel met mensen heeft. Maar dan gaat Oeke met brieven, foto’s en anekdotes de diepte in. Dan komt die oorlog, die decennia geleden afliep, alsnog erg dichtbij. Herinneringen die waarschijnlijk stevig naar beneden zijn geduwd komen naar boven, nooit genezen wonden gaan weer bloeden. Dat doet pijn. Zo pelt Oeke laag voor laag Loukes schild af, zodat wij een glimp krijgen van de zware beschadigingen die haar moeder heeft opgelopen.
Het is geen wonder dat Louke een stevige straatfobie heeft ontwikkeld. Het verklaart ook waarom zij de controle niet uit handen kan geven. Als jong meisje werd haar veiligheidsgevoel onder zware soldatenlaarzen stuk gestampt. Daar zou iedereen neurotisch van worden. Louke heeft er helemaal geen zin die beerput van narigheid in te duiken. Gewoon de pijn negeren en doorgaan. Typisch is als Louke aan Oeke vertelt dat zij gevallen is en haar arm nu pijn doet, maar weigert om naar de dokter te gaan. Oeke moet gewoon even geruststellende dingen zeggen, dan komt het wel weer goed.
Maar Louke is niet alleen depressief en terneergeslagen. Zij luistert graag muziek (zoals Tiësto) of zit lekker in haar achtertuin te genieten van het zonnetje. Die paar strepen licht in het overwegend donkere Housewitz zijn meer dan welkom, al benadrukken die momenten de akelige realiteit waarin Louke leeft. Want straks is de muziek afgelopen. Of verdwijnt de zon achter de horizon. En dan moet Louke weer terug naar haar nachtmerries.
De scène die mij nog het meest naar de keel greep, is die waarin Louke een kerstboom krijgt. Als een klein kind veert zij op, klaar om die boom te versieren en iedereen een dikke smakkerd te geven. Wat blijkt? Na Westerbork zwoer Louke om iedere Kerst een kerstboom in huis te nemen. Het is een overlevingsmechanisme, een middel om haar angsten te bezweren. Dan denk ik, zo’n mensje, dat gun je verdorie toch het mooiste, na al die ellende. Maar zelfs de kerstboom is verbonden met haar gruwelverleden. Mijn hart brak.
In de pers las ik overwegend positieve reacties, al was cinema.nl vrij zuinig met drie van de vijf sterren. Volgens de bespreking is Housewitz technisch niet echt verheven, maar filmde Oeke alsnog een claustrofobisch en beklemmend portret op. Wat mij betreft krijgt deze documentaire vijf van de vijf sterren. Het is geen makkelijke film, Oeke kruipt met Housewitz ongemakkelijk dicht in de wereld van een oorlogsslachtoffer. Ik heb het niet droog gehouden.

Regie: Oeke Hoogendijk. Met: Louke Hoogendijk