Alien uit 1979 bleek een verrassend succes, toch zou het tot 1986 duren voor er een vervolg kwam. Stiekem werd Ridley Scotts hybride van horror en sciencefiction beschouwd als een toevalstreffer. Zat het publiek echt te wachten op een tweede deel? Zoveel had Alien niet opgebracht. Waarom geld en tijd steken in een vervolg? Na heel veel gedoe werd uiteindelijk James Cameron ingehuurd om het script te schrijven en de film te regisseren. Inmiddels is Cameron het soort filmmaker dat carte blanche krijgt, toen was hij nog een jonkie met slechts The Terminator op zijn résumé.
Ach, ook dat was sciencefiction. Als iemand het genre begreep was hij het wel. Bovendien zag Cameron in Ripley de combinatie van moederfiguur en krijger, twee tegengestelde eigenschappen die een interessant karakter kunnen opleveren. Hij besteedde dan ook veel aandacht aan haar en schreef een heel precies script. Zo ontfermt zij zich als moederfiguur over de wees Newt (Carrie Henn) en komt zij oog in oog te staan met de “koningin” van de gevreesde jagers. Moeder versus moeder. Het levert op het einde een iconisch gevecht op.
Cameron nam zijn taak om een goed vervolg neer te zetten dus bloedserieus, toch duurde het lang voor hij geacepteerd werd door de cast en crew. Niet alleen kwam hij maar net kijken als regisseur, hij was ook nog eens getrouwd met Gale Anne Hurd, de producer van Aliens. Belangenverstrengeling? Tel daar nog Camerons infameuze temperament bij op en je hebt de perfecte cocktail voor verhitte discussies en botsende ego’s. Hier is trouwens niets van te merken in het eindresultaat.
Ripley had haar trauma verslagen en een nieuw gezin gevonden.
Het is zevenenvijftig jaar na de gebeurtenissen uit Alien, als Ripley’s zwervende ruimteschip ontdekt wordt. Huurlingen maken haar wakker uit haar kunstmatige slaap en brengen haar een gruwelijke nieuwtje. De planeet waar de buitenaardse monsters uit het eerste deel waren gevonden is nu gekoloniseerd. Niemand gelooft haar verhalen over onverwoestbare wezens, tot er melding komt van verdwenen kolonisten. Samen met een groep militairen gaat Ripley erop af. Het duurt niet lang voor zij haar gelijk krijgt.
Had Scott een overlevingshorror in de ruimte gemaakt met een niet te stoppen roofdier als vijand, Cameron zet met Aliens in op de actie. Niet direct, eerst moet de spanning worden opgebouwd. Hij heeft duidelijk goed gekeken naar hoe Scott te werk is gegaan, het duurt lang voor het kwijlende monster met zuur als bloed in beeld komt. Zenuwslopend lang. Ieder moment moment kan dat kreng toeslaan, happend met haar tweede bek die als een katapult naar voren schiet. En als deze jagers uit een andere wereld zich op hun rondschietende prooi storten, komt Cameron met het arsenaal. Vuurwapens, vlammenwerpers, granaten, messen, alles wordt uit de kast getrokken, resulterend in explosieve scènes.
De actie is goed voor flink wat adrenaline, Aliens drijft ook op het trauma van Ripley. De gebeurtenissen uit de voorganger lijken via haar door te echoën in dit vervolg. Ripley worstelt met nachtmerries, schrikt op van het minste geluid en peinst er niet over met de miltairen op “insectenjacht” te gaan. Geen denken aan dat Ripley ooit nog met het monster te maken wil hebben. Haar angst zet Aliens nog meer op scherp. We kennen het monster, Cameron slaagt er zo alsnog in een sfeer van beklemming en paranoia te creëren.
Na Aliens had de filmserie gemakkelijk kunnen stoppen.
Al met al maakte Cameron, tegen alle verwachtingen in, een vervolg dat minstens zo goed was als zijn voorganger. Beter? Misschien. Het hangt er vanaf hoe je ernaar kijkt. Aliens heeft dankzij de ratelende geweren meer geknetter dan Alien en Ripley krijgt als personage veel meer de ruimte. Aan de andere kant had Alien de charme van zijn verrassing en heerst in die film een meer enigmatische sfeer. Alsof de personages een wereld binnenstappen die de onze net aanraakt. Persoonlijk zou ik de twee films op hetzelfde niveau zetten. Ieder heeft zijn kwaliteiten die echt niet voor elkaar onder doen.
Na Aliens had de filmserie gemakkelijk kunnen stoppen. Ripley had haar trauma verslagen en een nieuw gezin gevonden. Wat kon verder worden verteld? Zes jaar later volgde Alien 3, met achter de camera wederom een aanstormend talent. Zijn naam was David Fincher, een regisseur die uit de wereld van reclames en videoclips was geplukt. Het scheelde heel weinig, of hij zou na Alien 3 permanent in die wereld blijven.
In het kader van de rol van de vrouw in het fantastische genre, schreef ik voor Fantasize eerder over de rol van Ripley in de Alien-films.
Regie: James Cameron. Met: Sigourney Weaver en Carrie Henn
Een gedachte over “Aliens”