Ik had best hoge verwachtingen bij High Fidelity, de romantische komedie uit 2000, gebaseerd op het boek van Nick Hornby. Er bestaat een fanatieke aanhang die deze film naar een cultstatus heeft geduwd. In 2020 is er zelfs nog een serie gemaakt. Voor die adoratie moet een goede reden zijn, toch? Het verhaal concentreert zich op de misantropische dertiger Rob Gordon (John Cusack). Hij runt een platenzaak en categoriseert alles in zijn leven in toplijstjes. In de zaak wordt hij bijgestaan door de energieke Barry Judd (Jack Black) en de stille Dick (Todd Louiso).
Als zijn relatie met Laura (Iben Hjejle) op de klippen loopt is dit reden om zijn top 5 van stukgelopen verkeringen erbij te halen. Rob vindt het opvallend dat hij door de jaren heen zo vaak is gedumpt en besluit na te gaan waarom de vrouwen hem zat waren. Hij speurt zijn top 5 exen op en hoopt wijzer te worden. In tegenstelling tot hem zijn de vrouwen inmiddels volwassen, hebben een leven opgebouwd, al dan niet met een partner en kinderen. Rob vreet zich op van ergernis. Hij begrijpt werkelijk niet wat hij fout heeft gedaan. Of nog steeds fout doet.
Hoe langer Rob tegen de kijker aan staat de lullen, hoe irritanter ik hem vind. Eigenlijk is hij een vreselijk vervelend mannetje. Honderd minuten lang loopt hij af te geven op zijn exen en vrouwen in het algemeen. Misschien dat hij zelf verantwoordelijk is voor de misère waarin hij wegzakt? Dat zijn eigen lompe gedrag heeft meegespeeld bij het uiteenrafelen van zijn relaties? Hij is net een nukkige puber zonder inlevingsvermogen en dat vind ik erg onaangenaam om naar te kijken.
Dat er een fanatieke aanhang bestaat, prima, maar zonder Black had ik High Fidelity echt afgeschreven.
Die egocentrische houding komt perfect naar voren als hij zijn exen opzoekt. Rob is veel meer geïnteresseerd in het delen van zijn eigen ellende dan dat hij oor heeft voor hun problematiek. Eentje vertelt in tranen over een seksuele ervaring die tegen een verkrachting aanschuurde. Best een heftig verhaal. Maar Rob reageert vrij nonchalant. Misschien past het niet bij zijn karakter om een meelevende reactie te geven, het maakt hem wel tot een ontzettende eikel. En dat maakt het voor mij lastiger om een emotionele band met hem te krijgen. Of een klik met de film te hebben.
Toch moet High Fidelity iets goeds hebben gedaan. De legendarische Roger Ebert was zeer positief en schreef zelfs dat hij de personages in de film zo op straat zou kunnen ontmoeten. Sterker nog, hij had er geen enkel probleem mee ze tegen het lijf te lopen. Ik vraag mij dan af, heb ik iets gemist? Is Rob dan niet zo puberaal als ik denk dat hij is? Ik begrijp het oprecht niet. Waarom werd High Fidelity zo omarmd? Of lag het aan de toen nog onschuldige tijdsgeest, een jaar voor de wereld in chaos werd gestort?
Dat zou kunnen, ware het niet dat High Fidelity onverminderd populair is gebleven. In 2020 volgde nog eerdergenoemde serie, waar nog een leuke twist voor is bedacht, vermoedelijk om aansluiting te vinden met de sentimenten van vandaag. Nu is het namelijk Zoë Kravitz die als Robyn Brooks de platenzaak bestiert. Ik heb de serie nooit gezien, ik zou hem graag met de film willen vergelijken. Is Robyn net zo’n ergerlijke loser als Rob? Of is zij een interessanter personage?
De enige die Hornby’s boekverfilming nog de moeite waard maakt is Black.
Omdat delen van de film zich afspelen in Robs winkel, waar de tijd wordt besteedt aan het beledigen van klanten en discussies over muziek, proef ik iets van Clerks.. Ook daarin liepen dwaalfiguren rond die zich niet altijd even vriendelijk gedroegen, ze hadden wel iets van warmte, van reliëf. Dat mis ik bij Rob.
De enige die Hornby’s boekverfilming nog de moeite waard maakt is Black. Wat een genot om naar deze hyperenthousiaste gast te kijken. Hij leeft zich naar hartelust uit als horkerige verkoper en met zijn uitbundige energie steelt hij zo de show van Cusack. Dat er een fanatieke aanhang bestaat, prima, maar zonder Black had ik High Fidelity echt afgeschreven.
Regie: Stephen Frears. Met: John Cusack en Iben Hjejle