Ik vind niets mooiers dan absurdistische onbenulligheden. Kleine grappen, vervreemdende grappen die het publiek verdwaasd achterlaten. Iets pietepeuterigs dat nauwelijks de moeite van de aandacht waard is, om uit te groeien tot een komisch zwaargewicht. Nog leuker is als die humor onderkoeld wordt gebracht. Alsof het eigenlijk niet humoristisch is bedoeld, maar juist bloedserieus. Ik heb een regisseur ontdekt die al een tijd van dit soort films maakt, de Fransman Quentin Dupieux. Jaren geleden zag ik ergens zijn film Rubber liggen, over een autoband met psychokinetische krachten.
Die titel liet ik links liggen. Dit klinkt tegenstrijdig na mijn liefdesverklaring aan het absurdisme, maar dit klonk meer als een soort uit de hand gelopen studentenfilm. Dat heeft niets met bizarre grappenmakerij te maken. Toen zag ik vorig jaar de trailer van Mandibules in de bioscoop. De simpele geesten Manu (Grégoire Ludig) en Jean-Gab (David Marsais) krijgen opdracht om met de auto een koffertje op te pikken en zo vijfhonderd euro te verdienen. Hun missie wordt gedwarsboomd als ze in de kofferbak van de auto een gigantische vlieg ontdekken.
Terwijl ik nog moet verwerken dat er een reusachtige vlieg in die kofferbak is beland, ontsteekt Manu in woede. Met het leveren van het koffertje kon hij vijfhonderd euro verdienen. Hoe past dat koffertje naast die vlieg? Jean-Gab komt een briljant alternatief. Ze moeten gewoon deze vlieg trainen en dan kunnen ze veel meer verdienen dan vijfhonderd euro! Het duo besluit ervoor te gaan, stuiten op een caravan, verjagen de eigenaar en steken hun nieuwe woning per ongeluk in brand. Daarna ontmoeten ze een groepje vrouwen waarvan eentje Manu per abuis voor een oud-klasgenootje aanziet.
En ja, nu moet ik Rubber ook gaan kijken.
De verwikkelingen roepen best wel wat vragen op. Waarom niet gewoon die vlieg (door Jean-Gab liefdevol tot Dominique gedoopt) aan de kant zetten? Of dat koffertje er gewoon naast proppen? Je raadt het al, deze kwesties zijn totaal irrelevant en hebben niets te zoeken in Dupieux’ hersenkronkels. Er zijn veel leukere dingen te bedenken, zoals de allergie van Jean-Gab. Tussen het koken door wil Manu nog even weten waar zijn maat ook alweer niet tegen kon. “Olie!” roept Jean-Gab. “Wat?” vraagt Manu. “Olie!” roept Jean-Gab weer. Oh ja. Handig. Dan weet Manu dat hij geen olie moet gebruiken.
Het wordt nog leuker als Adèle Exarchopoulos op komt draven als Agnès. Zij heeft een ski-ongeluk gehad en kan sindsdien alleen nog maar schreeuwen. Ook als ze gewoon iets wil zeggen. Wat dit toevoegt aan haar of het verhaal? Niets. En toch blijft Dupieux Agnès’ handicap behandelen als ernstige materie, wat het vreemder en grappiger maakt. Als Agnès de reuzenvlieg van Manu en Jean-Gab ontdekt is er niemand die haar gelooft. Sterker nog, ze krijgt een enkeltje naar het ziekenhuis. De enige die het absurdisme ziet wordt platgespoten.
Toegegeven, als ik dit allemaal zo tik klinkt het net zo idioot als de premisse van Rubber. Maar in die film is het een autoband die de hoofdrol speelt. Een levenloos voorwerp. Hoe kan je daar een onderhoudende film van tachtig minuten uit krijgen? In Mandibules gaat het om twee bravige vrienden die met een gigantische vlieg te maken krijgen. Ik kan daar net wat meer empathie voor opbrengen dan een autoband.
Na de krap anderhalf uur van Mandibules blijft Dupieux’ niksige verhaal over twee sukkels en een reuzenvlieg nog lang nazoemen.
Mandibules is een prettig gestoorde komedie die niet voor iedereen is weggelegd. Ik kan mij goed voorstellen dat de onderkoelde humor op de zenuwen kan werken, net als de dommige handelingen van de personages. Ik vind het juist knap dat Dupieux wegkomt met iets wat feitelijk over niets gaat. Niet iedereen kan dit kunstje flikken. Het is nog het beste te vergelijken met Herman Brusselmans die een jointje heeft gerookt.
Na de krap anderhalf uur van Mandibules blijft Dupieux’ niksige verhaal over twee sukkels en een reuzenvlieg nog lang nazoemen. En ja, nu moet ik Rubber ook gaan kijken. Ik wil toch weten of een film over een moordende autoband ook de moeite waard is.
Regie: Quentin Dupieux. Met: Grégoire Ludig en David Marsais