Een film heeft soms een piepklein moment nodig om duidelijkheid te scheppen. In Falling, het regiedebuut van Viggo Mortensen, is overduidelijk sprake van wrijving tussen vader Willis (Lance Henriksen) en zoon John (Mortensen). De twee proberen zo goed mogelijk met elkaar op te schieten. Makkelijk is anders, want Willis’ geest raakt vertroebelt door dementie. Hij is al een conservatieve, botte boer, de ziekte maakt hem nog ondraaglijker. John heeft hem met veel moeite naar zijn huis gevlogen. Het plan is om samen naar een geschikte woning voor John te zoeken.
Het is een taak die vreselijk moeizaam verloopt. Probeer maar eens structurele plannen te maken met iemand die steeds minder grip krijgt op de wereld om hem heen. Toch, er is meer aan de hand waardoor John en Willis niet lekker samengaan. Iets dat veel verder teruggaat dan die dementie. Wat precies wordt duidelijk als John een relatie blijkt te hebben met Eric (Terry Chen). John valt op mannen. En Willis heeft daar nooit vrede mee kunnen sluiten.
In flashbacks, waarin Willis wordt gespeeld door Sverrir Gudnason, vertelt Mortensen het verhaal van een jong gezin in voorspoed, om gaandeweg ingehaald te worden door schaduwen. In de relatie tussen Willis en zijn partner Gwen (Hannah Gross) ontstaan na de geboorte van John haarscheurtjes. Willis is een boer die als hij thuiskomt een biertje opentrekt. Of een sigaret opsteekt. Gwen is de gevoelige doch sterke huisvrouw die probeert Willis’ slechte gewoontes in te dammen. Het gevolg: onuitgesproken irritaties die het geluk van binnenuit doen verrotten.
Gudnason is een acteur van de kleine gebaren. Zijn versie van Willis is een introverte man die gewoon zijn leven wil leiden, tot hij zich noodgedwongen moet aanpassen. Wil hij niet? Of kan hij dat niet? Is zijn karakter te onbuigzaam? In de eerste scène kijkt hij onwennig toe hoe zijn vrouw hun kleine spruit verschoont. “Sorry dat ik je op deze wereld heb gezet” zegt hij zachtjes.
Misschien dat Henriksen bombastisch staat te doen, ik vind zijn erupties prachtig.
In het heden kan het Willis geen zak schelen of hij zich moet aanpassen. Henriksen leeft zich uit, wat resulteert in spectaculaire scènes. Helemaal als hij tegenover John staat. Henriksen en Mortensen botsen en knetteren, schreeuwen, huilen, proberen wanhopig tot elkaar door te dringen. Misschien dat Henriksen bombastisch staat te doen, ik vind zijn erupties prachtig.
Mortensen mag overigens zeker niet onvernoemd blijven. Is dit de acteur die jaren geleden de nobele strijder Aragorn vertolkte in The Lord of the Rings? Of de geheimzinnige gangster in Eastern Promises? De rol van John is één van de beste in Mortensens lange carrière en bewijst zijn talent als kameleonistisch karakteracteur.
Achteraf vraag ik mij af over wie Falling nou echt gaat. Over John, die stilaan de getroebleerde band met zijn vader zal moeten accepteren? Willis, die weigert te accepteren dat hij hulp nodig heeft? Hun allebei? De hele familie? En gaat dit echt om dementie, of spelen er nog meer thema’s? Ik weet het nog steeds niet. Wel dat Falling een prachtige acteursfilm is waarin Henriksen en Mortensen lijnrecht tegenover elkaar staan.
Regie: Viggo Mortensen. Met: Viggo Mortensen en Lance Henriksen
Een gedachte over “Falling”