In 2003 waren Ben Affleck en Jennifer Lopez het gedroomde showbizzkoppel van de paparazzi. Toen Martin Brest het veelbesproken duo castte voor zijn maffiathriller Gigli, hadden de producers één eis: “Bennifer” moest hoe dan ook het middelpunt vormen. Hier kon immers grof geld worden verdiend met de hoofdrolspelers. Brest werd zo gedwongen om een flinke portie “romantiek” in de film te gieten. Gigli gaat om de sullige Larry Gigli (Affleck), die het broertje van een hooggeplaatste officier moet ontvoeren. Dit broertje heet Brian (Justin Bartha) en blijkt niet helemaal goed in zijn bovenkamer.
Omdat Larry’s baas Louis (Lenny Venito) weinig vertrouwen heeft in Larry, stuurt hij iemand op hem af om de klus in de gaten te houden: Ricki (Lopez). Larry is onaangenaam verrast door haar komst, wat meteen vraagtekens oproept over de werkrelatie tussen Larry en Louis. Als Louis Larry niet vertrouwt, waarom zet hij dan niet sowieso Ricki op de klus? En waarom vertelt hij Larry niet op voorhand dat hij moet Ricki moet samenwerken? Mijn grootste vraagteken gaat echter naar de relatie tussen Larry en Ricki.
De producers wilden dus prominent Affleck en Lopez op de posters hebben en zo het publiek naar de bioscopen lokken. Alleen, Lopez speelt in de film een lesbisch personage. Hoezo zou het dan een goed idee zijn om Gigli te promoten als een romantische thriller? De hoofdpersonages zullen toch nooit iets met elkaar delen. Larry probeert het trouwens wel met Ricki. Zelfs als hij weet van haar geaardheid blijft hij aandringen. Misschien klink dit overdreven, maar is de hele gedachte van “die lesbische chick moet dringend aan de piemel” niet erg ouderwets? Niet meer van deze tijd? Een tikje beschamend?
Regisseur Brest, die in de jaren negentig nog Al Pacino naar zijn enige Oscarwinst regisseerde met Scent of a Woman, besloot na Gigli zijn filmcarrière te stoppen.
Affleck zet met Larry één van zijn lompste, lelijkste en domste personages neer. Hij moet een stoere gangster voorstellen, hij komt niet verder dan wat praatjes. Met een ergerlijk gekunsteld accent. De scène waarin hij voor de badkamerspiegel zichzelf de stier verklaart en dat hij de koe wel eens eventjes bij de horens zal vatten, het vrouwtje zal temmen, is hilarisch slecht. Lopez doet niet veel meer dan achterlijke discussies voeren. Over de functie van de penis tegenover dat van de vagina, bijvoorbeeld.
De inschatting van de producers dat Gigli dankzij Bennifer wel publiek ging trekken was een grove misrekening. Of zoals Affleck in 2012 zou zeggen: “(…)one of the great miscalculations in the history of miscalculations.” Dat de film flopte was trouwens niet eens de grootste tragedie. Regisseur Brest, die in de jaren negentig nog Al Pacino naar zijn enige Oscarwinst regisseerde met Scent of a Woman, besloot na Gigli zijn filmcarrière te stoppen. En Affleck en Lopez besloten, ironisch genoeg, om nadien elk hun eigen weg te gaan.
Regie: Martin Brest. Met: Ben Affleck en Jennifer Lopez
Een gedachte over “Gigli”