Ik ben jarenlang gefascineerd geweest door haaien. Geen idee waarom. Misschien omdat wij, de mens, dit roofdier de reputatie van mysterieuze moordmachine hebben toegedicht. Een levensgevaarlijk zeemonster dat koeltjes het wateroppervlak observeert, om op het juiste moment de argeloze zwemmer aan te vallen. De realiteit is genuanceerder. Maar toen ik op de basisschool zat werd ik toch wel erg enthousiast van dit soort verhalen. Geen wonder dat ik reikhalzend uitkeek naar Deep Blue Sea, een thriller waarin de rondzwemmende menseneter een belangrijke rol speelt.
Voor een knulletje van nog geen tien jaar was deze film vrij pittig. Uit een soort gevoel van nostalgie besloot ik hem nog eens te kijken. Ergens op zee is een onderzoekscentrum opgericht, waar genetische experimenten met haaien worden uitgevoerd. Susan McAlester (Saffron Burrows) is ervan overtuigd dat iets uit het brein van de haaien Alzheimer kan genezen. Die experimenten gaan niet helemaal goed. In het begin van de film weet een haai te ontsnappen en twee koppels op een bootje lastig te vallen. Gelukkig is Carter Blake (Thomas Jane) op tijd om de gaai tegen te houden. Er ontstaat onrust over het onderzoek, Russell Franklin (Samuel L. Jackson) moet de boel komen inspecteren.
Hij is onder de indruk van de haaien, maar zet wel vraagtekens bij Susans intenties. Die vraagtekens veranderen in uitroeptekens als de haaien zich tegen de wetenschappers keren. Omdat er iets uit de haaienhersens gehaald moet worden voor het medicijn tegen Alzheimer, zijn hun breinen vergroot. Er moet immers voldoende van dat iets “geoogst” kunnen worden. Met grotere hersens worden de haaien slimmer. Ik verwachtte dat ik Deep Blue Sea nu lachwekkend zou vinden. Het verhaal slaat nergens op en de personages zijn stuk voor stuk vervangbaar. Maar ik werd verrast.
De haaien zien er soms niet uit, het bloed vloeit rijkelijk.
Regisseur Renny Harlin weet dat Deep Blue Sea het moet hebben van korte spanningsbogen die elkaar snel opvolgen. Hier is absoluut geen sprake van logica, geen diepgaande personagepsychologie of moralistische agenda. Het is een echte popcornfilm, draait puur om vermaak. In iedere scène is het wachten tot een genetisch gemanipuleerde haai iemand als lekker hapje met zich meesleurt. De haaien zien er soms niet uit, het bloed vloeit rijkelijk. En dat bloed ziet er, voor mij, realistisch genoeg uit.
Deep Blue Sea vertoont overeenkomsten met Jurassic Park en suggereert ergens een schaamteloze kopie te zijn. Jurassic Park is één van mijn lievelingsfilms, het is is deze haaienthriller vergeven. Omdat Harlin vol voor het amusement gaat, worden alle minpunten, plotgaten en bedenkelijkheden met de mantel der liefde bedekt. Al is mijn fascinatie voor haaien lang geleden afgezakt, Deep Blue Sea verdient een plek in de categorie “guilty pleasure”.
Regie: Renny Harlin. Met: Thomas Jane en Saffron Burrows
Een gedachte over “Deep Blue Sea”