J. Kessels

J. Kessels, uitgebracht in 2015, was gebaseerd op het succesvolle boek J. Kessels: The Novel, geschreven door P.F. Thomése. Met dit personage raakte Thomése – die Kessels inspireerde op een echte vriend – een gevoelige snaar bij het lezerspubliek. Iedereen smulde van de onaangepaste, zuipende, rokende en neukende Kessels. Geen wonder dat na het goedverkochte boek een verfilming volgde. Regisseur Erik de Bruyn (ook verantwoordelijk voor het prachtige Wilde Mossels) stond achter de camera, Fedja van Huêt en Frank Lammers speelden de hoofdrollen.

Schrijver Frank (van Huêt) worstelt na zijn bestsellers met een knoert van een schrijversblokkade. Als hij van gekkigheid niet meer weet wat hij op papier moet typen, wordt hij gebeld door Bertje (Marc Lauwrys). Bertje is op zoek naar zijn verdwenen zwager Boontje (Ruben van der Meer) en wil graag de hulp van Kessels (Lammers) inschakelen. Leuk en aardig, maar Kessels is natuurlijk een personage, bedacht door Frank. Een personage laat zich echt niet zomaar even oproepen. Dan valt bij Frank plots het kwartje: Bertje is de broer van Birgit, het meisje waar Frank verliefd op was. Kijk, als Bertje een ontmoeting met Birgit kan regelen, dan is Frank zeker bereid om Kessels erbij te halen.

Kessels gaat schouderophalend en mompelgrommend akkoord. Kan hem het allemaal wat schelen. Als hij onderweg kan doen wat hij wil (country luisteren, sigaretje opsteken, biertje drinken, zich volstoppen met braatworst) is er geen probleem. Zo gaat het opmerkelijke trio op pad, naar Duitsland, om Boontje terug te vinden. Daarmee is het verhaal ook wel samengevat. de Bruin laat Frank en Kessels flink de beest uithangen en stuurt aan op een onverwachte wending. Frank heeft namelijk een gewelddadige aanvaring met een pooier, waarop het lijk in de kofferbak beland. Nu moeten zij doorreizen met een dood lichaam. Handig.

Door alleen de platte elementen elementen te benadrukken, wordt J. Kessels algauw cartoonesk.

de Bruin leunt sterk op de platte humor uit het boek, de film zit vol scènes met drank, drugs en vrouwen. Dat kan werken, hier voelt het hol. Waar gaat het nou allemaal over? Een schrijver van middelbare leeftijd die nog steeds kwijlend achter zijn puberfantasieën aanloopt. Het boek van Thomése, wat ik nog heb gelezen toen ik jaren geleden aan de VU studeerde, vond ik buitengewoon vermakelijk. Met heldere en krokante taal beschreef Thomése een verhaal dat sterk deed denken aan de wereld van Bukowski. Vlot om te lezen, zonder pretenties, maar ook nog iets van ontroering.

Door alleen de platte elementen elementen te benadrukken, wordt J. Kessels algauw cartoonesk. de Bruyn liet met Wilde Mossels nochtans zien een subtiele verteller te zijn. Nou is het bronmateriaal zeker niet subtiel, het had ook niet aangedikt hoeven worden. van Huêt en Lammers zitten overigens wel perfect in hun rollen. Dat maakt nog iets goed.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.