Een groep karakteristieke muzikanten met vetkuiven, zwarte jassen en puntschoenen, doet wanhopige pogingen om door te breken als band. Zij spelen alles. Trompet, drum, gitaar, piano, het komt allemaal voorbij. Dat de Leningrad Cowboys echt wel kunnen musiceren, bewijzen zij in de openingscène. Hun manager Vladimir (Matti Pellonpää) heeft een platenbaas uitgenodigd om te komen luisteren. Als de band klaar is en de platenbaas verwachtingsvol wordt aangestaart, is zijn conclusie lekker to the point: dit is rommel, probeer het eens in Amerika. En weg is hij. Vladimir neemt het advies ter harte.
Hij maakt direct een afspraak met iemand in Amerika om langs te komen (“jazeker, iedereen spreekt Engels…”), en dan stappen hij en “zijn” Leningrad Cowboys op het vliegtuig. In Het Beloofde Land zoeken zij naar hun langgehoopte succes krijgen opnieuw advies: speel rock en roll. Als zij zich dat machtig kunnen maken, zullen de deuren met een zwaai opengaan.
Niemand van de band heeft ooit van dit genre gehoord. Dat is echter geen probleem. Naast de geflipte hoempapa kunnen de bandleden ook behoorlijk swingen. Het klinkt best goed. Toch zal het even duren voor er een publiek is gevonden die hun muziek kan waarderen. Om de film nog leuker dan wel vreemder te maken, worden de bandleden achtervolgd door buitenbeentje Igor (Kari Väänänen). Hij wil zo graag groep bij de groep horen, helaas is hij op een zielig plukje haar helemaal kaal. Hij kan geen vetkuif laten groeien. Toch geeft hij zijn wens niet op. Al moet hij er de woestijn voor doorkruizen.
Dit is een film die blijft hangen, dwingt om bij de volgende kijkbeurt te zoeken naar nieuwe details.
Leningrad Cowboys Go America wordt verteld met een strak gezicht, het absurdisme levert erg grappige momenten op. Het is de ene keer subtiel (zie de doodskist van de bassist), de andere keer is de humor duidelijker (de bierblikjes die uit de auto stromen). De ernst en de lach vormen een ietwat ondoorgrondelijk geheel. Er is voelbaar satire aanwezig. Maar of de regisseur puur Amerika en de rockmuziek belachelijk wil maken, of dat er nog iets anders aan de hand is, wordt mij niet duidelijk.
Wel duidelijk is dat deze film lekker zijn eigen gang gaat. En dat is goed. Leningrad Cowboys Go America is ingehouden komedie, mikt niet op de makkelijke dijenkletsers, laat je gissen naar wat er gaat gebeuren. Dit is een film die blijft hangen, dwingt om bij de volgende kijkbeurt te zoeken naar nieuwe details.