De films van Uwe Boll hebben één garantie: zij zijn van zeer bedenkelijke kwaliteit. Bij In the Name of the King: A Dungeon Siege Tale is dat niet anders. In één of ander fantasiewereldje krijgt boer Farmer (Jason Statham) het aan de stok met de monsterlijke Krugs. Zijn vrouw Solana (Claire Forlani) wordt gekidnapt, zoonlief Zeph (Colin Ford) wordt koelbloedig vermoord. Dit kan Farmer vanzelfsprekend niet straffeloos laten. Dan is er ook nog koning Konreid (Burt Reynolds) wiens dochter Muriella (Leelee Sobieski) in de handen van magiër Gallian (Ray Liotta). En Konreids neef Fallow (Matthew Lillard) aast op de kroon van zijn oom.
Konreid schijnt ook nog een verloren zoon te hebben. Hoe langer de film duurde, hoe minder ik mij om de plot bekommerde. Ik weet dat Boll roemrucht is om zijn verfilmingen van spelletjes. In the Name of the King is gebaseerd op Dungeon Siege van Chris Taylor. Ik heb het nooit gespeeld. Wel ben ik bekend met The Lord of the Rings. En In the Name of the King oogt in alles als een slap aftreksel van dat epos.
De introductie van een eigen wereld, de monsterlijke wezens, aanwezigheid van magie, een koppige koning en de slepende strijd tussen goed en kwaad, de ingrediënten zijn er. Het eerste struikelblok is het überserieuze script, dat tjokvol dialogen zit waarvan William Shakespeare zich in zijn graf zou omdraaien. Ten tweede is er sprake van pijnlijke miscasting. Statham zal ongetwijfeld zijn best doen, hij loopt volkomen verdwaald rond in deze wereld. Ook veteranen als Liotta en Reynolds krijgen het niet voor elkaar om iets van de teksten te maken, zij passen toch beter in het plaatje.
Het enige pluspunt van In the Name of the King is dat Boll krampachtig probeert zijn eigen mythologie op te bouwen.
Dat brengt mij bij een heel andere vraag: hoe heeft Boll in godsnaam deze cast bijeen gekregen? Waarom heeft Sobieski hiervoor getekend? Of Ron Perlman? Reynolds? Liotta? Waren de goede rollen plotseling verdwenen? Wilden zij ook eens in een epische fantasyfilm spelen? Nota bene John Rhys-Davies, de legendarische dwerg Gimli in The Lord of the Rings, speelt een rol. Misschien dat Boll zo zijn eigen miskleun van nog wat flair wilde voorzien?
Het enige pluspunt van In the Name of the King is dat Boll krampachtig probeert zijn eigen mythologie op te bouwen. Hoe hard deze titel ook op zijn smoelt valt, Boll heeft wel groots uitgepakt, en de vermakelijkste film uit zijn oeuvre afgeleverd. Ik betwijfel of Taylor er ook zo over denkt.