Toen Onze Jongens van Johan Nijenhuis een publiekshit werd, moest er natuurlijk een vervolg komen. Omdat ik op zijn tijd wel zin heb in een niemendalletje én het eerste deel ook heb gezien, was ik wel benieuwd naar Onze Jongens in Miami. Spierbundel Jorrit (Jim Bakkum), zijn baas Bas (Martijn Fischer) en collega’s Thijs (Juvat Westendorp) en Boris (Malik Mohammed) vertrekken naar Miami om hun zorgen achter te laten en een stripclub te openen. Zij huren een pand van de slinkse Pablo Ramirez (Jason Cerda), die bereid is een dealtje te sluiten met de botte Hollanders. Als zij het pand binnen een paar weken weten op te knappen, hoeft er maar $5000 betaald te worden.
De mannen gaan als een gek aan het werk, maar ontkomen niet aan de hobbels op de weg. Jorrits zoon Gijs (Matheu Hinzen) komt overvliegen en Bas zit met een scheiding in zijn maag. Dan ontmoet Jorrit ook de bloedmooie danseres Lola (Eva van de Wijdeven). Zal hij met haar wél een mooie toekomst op kunnen bouwen?
Ik weet nog dat rond de uitkomst van Onze Jongens in Miami Bakkum het opnam voor de film en regisseur Nijenhuis. Ik vergeet nooit meer wat hij zei: “We hoeven niet allemaal Shakespeare te maken.” Dat ben ik zeker met hem eens. Niet alles hoeft hoogstaand te zijn, een belangrijke boodschap uit te dragen, tot denken aan te zetten. Ik heb jarenlang genoten van Goede Tijden, Slechte Tijden en heb de boeken van Baantjer verslonden.
Onze Jongens in Miami is inderdaad een fantasie die wordt uitgebeeld.
Bakkum ziet wel iets over het hoofd. De toneelstukken van de Engelse schrijver zijn naast complex en intens namelijk ook dramatisch. Spannend. Onze Jongens in Miami mag dan lekker fijn vermaak wezen, spannend vind ik het niet. Na één stripact voelen al die erotische dansscènes als herhaling. Nijenhuis blijft ze aaneenrijgen, tot op het idiote af. De domste scène is als de strippers een act improviseren en de politie in actie komt. De agenten besluiten zich te verlekkeren aan de mannelijke lijven en de arrestaties achterwege te laten.
Onze Jongens in Miami is inderdaad een fantasie die wordt uitgebeeld. Maar een goede fantasie biedt toch wel iets meer dan slechts mooie lijven. Zeker voor een film van bijna twee uur. Het drama is slappe, voorspelbare hap, of een miniem brokje achtergrondinformatie dat snel moet worden opgediend. Het hoeft niet realistisch te zijn, een bééje spanning kan ook geen kwaad.
Johan Nijenhuis/Jim Bakkum en Martijn Fischer