In Ya no estoy aquí loopt Ulises (Juan Daniel Garcia Trevino) met zijn bende Los Terkos door de kleurrijke straten van Monterey. Ze bedelen om geld en dansen op vertraagde cumbia-muziek. Na de gewelddadige aanvaring met een andere bende moet Ulises vluchten. Maar hij kan niet lang wegblijven. Hij verlangt te veel naar zijn vrienden de muziek waar hij zo goed op kan dansen, zich op kan uitleven. Het hele gegeven van Ya no estoy aquí is zo wel samengevat. Regisseur Fernando Frias gebruikt zijn simpele plot om een broeierig portret van een gespannend wereld uit te werken. Wie Ulises precies is blijft de film lang onduidelijk.
Hij maakt ook niet echt een ontwikkeling door. Hij loopt gewoon wat rond, doet zijn best om uit de problemen te blijven. Ulises is een gids, neemt ons mee naar feestjes, plotselinge executies en donkere bars waar hij duidelijk maakt dat de gedraaide muziek niet zijn favoriet is. Ulises is dan de hoofdrolspeler, minstens zo belangrijk is de cumbia.
Frias trekt er alle tijd voor uit om deze muziek zijn plek te geven. Terecht. Het is heerlijk om naar te luisteren. De lome ritmes zijn speels, exotische maatsoorten gaan samen met de cabareteske klanken van de accordeon. De muziek heeft geen haast en krijgt een benevelend effect als je er lang genoeg naar luistert. Als de dansers hun passen vertonen ontstaat er een sensuele en hitsige lading, alsof er een paringsdans wordt uitgevoerd. Zodra een buitenstaander naar de muziek luistert, is het commentaar steevast dat het zo traag wordt gespeeld. Eerlijk, zo traag vind ik het helemaal niet.[epq-quote align=”align-left”]Ergens doet het mij denken aan een exotische, ontspannen versie van Kids.[/epq-quote]
Er gebeurt meer in Monterey. Het botst tussen de autoriteiten en de bevolking. Die botsingen gaan er steeds ruwer aan toe. Net als Ulises’ problemen met de rivaliserende bende. Het geweld, al komt het niet eens zo vaak voor, bevindt zich in een neerwaartse spiraal, om op het eind van Ya no estoy aquí tot explosie te komen. Ulises staat ergens naar cumbia te luisteren terwijl honderden tot op de tand bewapenden bendeleden zich uitleven op automobilisten.
Het narratief van Ya no estoy aquí is rommelig. Zeker in het begin was mij niet helemaal duidelijk wanneer de film zich afspeelt. Door dat minpuntje is het voor mij net geen meesterwerk. Ergens doet het mij denken aan een exotische, ontspannen versie van Kids. Frias’ odyssee heeft echter geen behoefte om te shockeren. Het wil vooral laten zien. En voelen.
Fernando Frias/Juan Daniel Garcia Trevino en Xueming Angelina Chen