In de eerste minuten van Sous le sable toont regisseur Francois Ozon zich een magnifiek beeldverteller. We volgen het echtpaar Marie (Charlotte Rampling) en Jean (Bruno Cremer), die een paar dagen gaan doorbrengen in hun vakantiehuisje. Hoewel er weinig echte dialogen worden uitgewisseld, is Jean duidelijk in zichzelf gekeerd. Afwezig. Marie is juist opgeruimd, klaar om vakantie te vieren. In het huisje aangekomen gaat Jean meteen op de bank zitten, Marie wil eerst het kleed van de bank afhalen. Jean wil tijdens het avondeten extra spaghetti op zijn bord, waar Marie haar aarzels over heeft. De meest veelzeggende scène is wanneer Ozon filmt hoe Marie over de duin loopt, richting het strand.
Een paar tellen later komt Jean achter haar aan. Sjokkend. Nog steeds diep in gedachtes verzonken. Er zijn nauwelijks dialogen uitgewisseld, toch weet je: dit gaat niet goed. De vermoedens worden waarheid als Jean zegt dat hij even gaat zwemmen en niet meer terugkomt. Wat er is gebeurd? Geen idee. Zonder Jean, zonder antwoorden en een knoert van een trauma rijker keert Marie weer terug.
Hoe moet zij nu verder? Marie klampt zich krampachtig vast aan het fantasiebeeld van Jean, die doodgemoedereerd scènes inloopt. Dat geeft soms een melig effect, aan de andere kant is het dieptriest. Als de tijd verstrijkt wil haar beste vriendin nog een koppelpoging doen, Marie hoeft niet gekoppeld te worden. Zij is immers getrouwd. Zelfs tegenover de notaris houdt Marie vol dat Jean nog ergens moet rondlopen.Het is te vergelijken met een nachtmerrie waar je zelf betekenis aan moet geven.
Sous le sable laat zien hoe iemand probeert terug te komen van een gigantische dreun. En wat er gebeurt als de zorgvuldig opgebouwde fantasie barstjes dreigt te vertonen. De gelukzalige glimlacht maakt plaats voor verbittering. Marie snauwt van zich af. De bedroevende werkelijkheid kan echter voor beperkte duur ontweken worden. En dan doemen er andere vragen op. Hoe goed kende Marie haar man? Of hield zij zich bewust blind?
Ik verwachtte bij Sous le sable een duistere psychologische thriller, maar Ozon zorgt ervoor dat de toon naturel blijft. Ingehouden. Net als Jean. Het tempo is loom, kabbelend. Ozon wil dat dit drama zich traag ontvouwt, dat Marie in en uit haar wanen glijdt. Als de bubbel helemaal dreigt te knappen, vindt zij wel weer een weg terug. Nergens geeft de regisseur definitieve antwoorden. Het is te vergelijken met een nachtmerrie waar je zelf betekenis aan moet geven. Dit kan ontzettend frustreren, het maakt van Sous le sable wel een onbestendig drama.
Francois Ozon/Charlotte Rampling en Bruno Cremer
Een gedachte over “Sous le sable”