Als ik ergens wel een hekel aan heb, is het “levend water”: zout strandwater waarin van alles rondzwemt. En het is lang niet altijd zichtbaar wát er rondzwemt. Laat het maar aan mijn verbeelding over om de onderwaterwereld om te toveren in een diepe, donkere en koude plek waar allerlei monsters zich ophouden. Het is dan misschien helemaal niet zo slim om Jaws te kijken. Maar het is wel een klassieker, één van Steven Spielbergs bekendste films, en de titel die het fenomeen “zomer blockbuster” in de markt zette. Dus ik zal er toch aan moeten geloven. Zich baserend op de roman van Peter Benchley neemt Spielberg ons mee naar een eiland waar niet zoveel gebeurt.
Het lijkt de perfecte plek voor agent Brody, die hier net is komen wonen met zijn gezin. Helaas slaat het noodlot toe als een vrouw na nachtzwemmen opgekauwd opduikt op het strand. Zowel Brody als haaienexpert Hooper zijn het erover eens dat hier een levensgevaarlijke witte haai bezig is. De burgemeester wil ten koste van alles voorkomen dat het strand wordt dichtgegooid, omdat het eiland leeft van toerisme.
Jaws kan in twee delen worden gesplitst. Enerzijds is er de plot op het eiland zelf. De haai houdt zich nog onder het wateroppervlak en wordt voor het publiek onzichtbaar gehouden. Spielberg gebruikt veel bloed om de slachtpartijen te suggereren, en filmt onder water om zijn publiek zo door de ogen van de haai te laten kijken. Geen wonder dat hij zich uitleeft op de zwemmers; onder water zien ze er best smakelijk uit. Ook niet onbelangrijk is het politieke spelletje dat wordt gespeeld.
Als de haai in vol ornaat voor de camera wordt gebracht, kan ik slechts beamen: dit is inderdaad een hele grote haai.
Zelfs als er een haai wordt gedood die na onderzoek niets met de aanvallen te maken had, weigert de burgemeester te luisteren naar Hoop en Brody. Hebben zij wel bewijs dat dit niet de juiste haai is? Denk aan de toeristen, mannen. Denk aan het eiland, de economie, het geld. Niemand heeft iets aan onnodig paniekzaaien. Het tweede deel speelt zich af op zee. Brody, Hoop en de door de wolf geverfde Quint gaan dan maar zelf op haaienjacht.
Terwijl de onderlinge spanningen stijgen, is het de vraag of zij de haai achtervolgen, of andersom. Door ons alleen het water te tonen, en met het idee dat de haai elk moment kan verschijnen, roept Spielberg een claustrofobische sfeer op. Waar kunnen de drie mannen naartoe als het mis is? Precies. Nergens. Als de haai in vol ornaat voor de camera wordt gebracht, kan ik slechts beamen: dit is inderdaad een hele grote haai.