Zoveel sterren geven de lezers aan deze titel.
Alsof het zo is uitgestippeld is Green Book naar huis gegaan met het beeldje voor beste film, beste scenario en beste bijrolspeler. En terecht. Green Book ís een fantastische film, met een prachtig scenario en sterke acteerprestaties. Dat deze titel is geregisseerd door Peter Farrelly (There’s Something About Mary), maakt de overwinning nog saillanter. De donkergekleurde meesterpianist Dr. Don Shirley reist door het diepe zuiden van Amerika voor een concerttour. Daar heeft hij natuurlijk wel een chauffeur voor nodig. Eentje die, als het kan, ook even kan dienen als persoonlijke assistent. Tony Lip, een Amerikaan van Italiaanse afkomst, is net zijn baantje kwijt. Al druist het chauffeuren tegen wat principes in – Tony is ab-so-luut geen butler – het is een simpele manier om geld te verdienen.
Don kan maar nauwelijks zijn aversie jegens de lompe Tony verbergen, Tony ergert zich aan Dons pedante houding. Twee onbuigzame, koppige mannen die voor ruim twee maanden tot elkaar zijn veroordeeld. Dat is de premisse van Green Book. Dit levert zowel komische als tragische scènes op, waarbij één thema steeds terugkeert: racisme. Het onvermijdelijke, onontkoombare, onuitroeibare racisme.
Hoe dieper Tony en Don zich in het zuiden wagen, hoe hardnekkiger Dons huidskleur ongevraagde aandacht opeist. Natúúrlijk, hij is de meesterpianist, de muzikale vermaker van het blanke publiek. Maar het maakt niemand een zak uit dat er rommel in zijn piano ligt. Hij moet in een ander restaurant eten. Hij moet naar het buitentoilet. En hij wordt opgepakt omdat hij zich niet aan de avondklok houdt.
Farrelly laat de onderbroekenlol achterwege en toont zijn dramatische kant.
Tegelijkertijd voelt Don zich ook ongemakkelijk in hotels en restaurants voor de “colored”, en zit noodgedwongen zijn avonden uit met een fles drank, met een glazige blik in zijn ogen. Als een donkere persoon hem vraagt om een spelletje mee te spelen, weigert hij beleefd. Het is niet zijn thuis, niet zijn plaats. Maar als hij niet bij de arrogante witte klasse of de donkere vertrapten hoort… Waar dan wel?
Farrelly laat de onderbroekenlol achterwege en toont zijn dramatische kant. Viggo Mortensen levert met de zwaarlijvige Tony één van zijn beste rollen af. Dit was toch de lenige, in zichzelf gekeerde Aragorn uit The Lord of the Rings? Nu is hij bot en direct, en drinkt en vreet alles op zijn weg. Mahershala Ali speelt Don als prima donna die worstelt met demonen. Achter de facade van verfijnde vocabulaire en culturele kennis, gaat een geest schuil die bezwijkt onder de druk. Die Oscar heeft hij terecht gewonnen.