Trollhunter

Zoveel sterren geven de lezers aan deze film.

Trollenjagen. Het klinkt als een grap, de Noorse regisseur André Øvredal verwerkt dit gegeven bloedserieus in Trollhunter. Drie filmstudenten ruiken een unieke kans als ze stuiten op het raadselachtige spoor van dode beren. Ze worden overal in Noorwegen gevonden. Is hier een illegale jager bezig? Het spoor leidt naar de even zo enigmatische Hans, een zwijgzame en knorrige eenling. Hij weigert te zeggen wie hij is of wat hij doet. De drie filmers gaan hem (stiekem) achterna. En doen een verbijsterende ontdekking. Hans is een Trollenjager. De filmploeg verklaart hem eerst voor gek, tot ze erachter komen dat trollen echt bestaan. Hans staat toe dat de ploeg hem volgt. Hij doet dit werk al zo lang, en zijn bestaan is zo eenzaam. 

Het wordt eens tijd dat de wereld weet wat er aan de hand is. Maar er is iets vreemds met de Trollen. Ze trekken weg uit hun eigen territorium, gaan gevechten aan met andere soorten. Wat is hier aan de hand? Øvredal gebruikt zijn plot om ons zoveel mogelijk over de Trollen te vertellen. Aan werkelijk elk detail van deze creaturen besteedt hij aandacht.

Ze bestaan uit twee groepen (Bostrollen en Bergtrollen) die weer verder over subgroepen kunnen worden verdeeld. Ze kunnen bestreden worden met fel licht, waardoor ze ofwel verstenen, ofwel exploderen (dat heeft te maken met aderverkalking). Trollen zijn ingesteld op overleven, Hans beschrijft ze als roofdieren die alles eten wat op hun pad komt.

Je gaat deze wezens uit folklore als stomkoppige veelvraten zien, toch blijkt uit alles dat Øvredal van zijn Trollen houdt.

Zie ook hoe de Trollen tot leven zijn gewekt. Ondanks dat Trollhunter het met een bescheiden budget moet doen, ogen de Trollen opvallend realistisch. Het zijn enorme monsters, altijd snuivend zoekend naar voedsel. Gedrongen, lang, traag of juist snel. Ze klinken als primitieve reuzen die puur handelen uit instinct. Maar als er eentje versteend, is het lastig om niet te slikken. Wat kunnen deze monsters eraan doen dat ze brokken maken? Ze volgen gewoon hun neus. Je gaat deze wezens uit folklore als stomkoppige veelvraten zien, toch blijkt uit alles dat Øvredal van zijn Trollen houdt.

De mooiste scène bewaart Øvredal voor het laatst. In een ijskoud besneeuwd landschap, volkomen uitgestorven en uitgestrekt, verschijnt aan de horizon de grootste Trol tot dan toe. Een sneeuwgigant van honderden meters lang. Hij staat helemaal bovenaan de cameraframe, hij eist alle aandacht op.  Als Hans tegenover hem staat is het net David en Goliath. Prachtig en angstaanjagend tegelijk. Het is zo verdomde spijtig dat Trollhunter wordt gebracht als “waargebeurd” verhaal omtrent “gevonden filmmateriaal”. Zonder die context zou het nog beter zijn geweest.

André Øvredal/Otto Jespersen en Glenn Erland Tosterud

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.