Zoveel sterren geven de lezers aan de film.
Gus van Sant nam in 1998 de term “remake” zeer letterlijk door Psycho shot voor shot opnieuw te filmen. De zwartwit klassieker van Alfred Hitchcock zou nu in kleur worden gemaakt. van Sant veroorloofde zich wel wat technische vrijheden om bepaalde shots langer te laten duren, om een effect te behalen wat Hitchcock destijds voor ogen had. Maar verder moest alle hetzelfde zijn. Van de dialogen tot de manier van lopen, bewegen, echt alles. Noch critici, noch het publiek kon de moeite van van Sant waarderen. Waarom in godsnaam een remake maken van een klassieker? De sfeer van het origineel is inderdaad anders. Niet beter. Maar anders. Voor de lezers die niet bekend zijn met Psycho, even kort het verhaal.
Marion Crane heeft een affaire met Sam Loomis, en steelt vierhonderdduizend dollar van haar baas om met Sam opnieuw te beginnen. Tijdens haar vlucht belandt ze in het motel van Norman Bates. Norman is een nerveuze eenling die stevig onder de duim wordt gehouden door zijn moeder. En zij moet die Mario niet. Wie denkt ze wel dat ze is, om het hoofd van haar zoon op hol te doen slaan? In de beroemde douchescènes wordt Marion door de moeder neergestoken. En wordt Norman met nogal wat problemen opgezadeld.
Deze versie van Psycho roept een merkwaardig gevoel op. Enerzijds oogt het moderner. Dat doet kleur immers, het verplaatst een hele oude film naar de huidige tijdsperiode. Maar door zo vast te houden aan het bronmateriaal zit er ook een ouderwets bewustzijn in. Films zijn tegenwoodig een stuk sneller, deze Psycho is traag. En doordat sommige effecten gedateerd overkomen (Arbogast die van de trap valt, de douchescène) wordt de archaïsche status pijnlijk duidelijk gemaakt. Op die momenten is Pyshco eerder komisch dan eng.
Of je nou dezelfde regels opdreunt en dezelfde bewegingen maakt, elke acteur neemt een andere energie met zich mee.
Een ander verschil is de cast. Of je nou dezelfde regels opdreunt en dezelfde bewegingen maakt, elke acteur neemt een andere energie met zich mee. Vince Vaughn is groter en steviger dan de slungelige Anthony Perkins. Vaughn maakt van Norman ook een onvoorspelbaar personage, maar dan wel eentje die sterker in zijn schoenen staat. Perkins was de creeper, Vaughn is de creep. Anne Heche geeft haar Marion meer pit mee. Omdat ze zonodig een acteerprestatie moet nadoen is haar acteerwerk een tikje houterig, maar die Razzie voor slechtste actrice is ook weer overdreven. Had dan Willam H. Macy “beloond” met zijn optreden als Arbogast.
Ik kan niet zeggen dat ik deze remake zo slecht vind. Wel anders, dus. Anders in smaak, sfeer, in alles eigenlijk. Het is zeker interessant hoe een zwartwitfilm zich vertaalt naar een moderner uiterlijk, van Sant voegt er verder niets toe. Hooguit heeft hij bewezen dat het klakkeloos kopieren van een meesterwerk geen garantie biedt op een tweede meesterwerk.
Gus van Sant/Vince Vaughn en Anne Heche