Paul Blart: Mall Cop 2

Soms zie ik een film op tv langskomen en blijf ik bij die titel hangen. In dit geval is dat Paul Blart: Mall Cop 2. Een verstand-op-nul komedie met Kevin James als de sukkelige beveiliger Paul Blart. Om met de deur in huis te vallen, dit is een slechte film. De grappen zijn nog holler dan de beloftes van Mark Rutte. Het acteren gaat op de automatische piloot. De dialogen halen nog net het kleuterniveau. Deze film is zo saai dat het mij geen zak interesseert hoe het zal aflopen. Waar het over gaat? Pauls leven zit in de sleur, tot hij wordt uitgenodigd naar Las Vegas te komen voor een conferentie. Hij gaat er samen met zijn dochter heen. Het doel: een welverdiende vakantie. Wat er gebeurt: hij komt een criminele bende tegen. Iets met kunst. Schilderijen. Zoiets.

Ik heb helemaal geen reden deze “komedie” uit te zitten, toch ben ik nieuwsgierig. Hoe abominabel ik Paul Blart ook vind, toch zijn hier en daar nog leuke grappen te vinden. Of dat de intentie is, of gewoon puur toeval, zal een raadsel blijven. Maar wie weet dat er wel nog lichtpuntjes te vinden zijn?

Daar kan ik kort over zijn: nee. Paul Blart (wie heeft in godsnaam die stomme naam verzonnen) kent alleen dieptepunten waar de makers vol induiken. Kevin James is in mijn ogen het beste op zijn plaats in een sitcom of als bijrolspeler. Een film dragen (in ieder geval deze) gaat hem minder goed af.

Het is niet eens onleuk, het sláát gewoon nergens op.

Zoals meestal met films is er één scène die tekenend is voor mijn filmervaring. Een scène die probeert grappig te zijn, om de plank zo pijnlijk mis te slaan dat je je afvraagt waarom deze scène überhaupt is gefilmd. Of bedacht. Paul zit in de tuin van het hotel, doodnerveus over een toespraak die hij moet geven. Er is ook een pianist die een rustgevende pianoriedel speelt. En een grote vogel die besluit om Paul aan te vallen. Mocht dit als redelijk bizar overkomen, deze “grap” wordt net zolang uitgerekt tot Paul onder de modder terug het hotel inrent. Ja, die vogel komt nog terug, maar voegt de gevederde vechter verder nog iets toe? Nope.

Zo gaat het de hele film door. Grappen die eerder de wenkbrauwen doen fronsen dan dat ze op de lachspieren werken. Het is niet eens onleuk, het sláát gewoon nergens op. Met een beetje wil kan er nog wat absurdisme in worden gevonden. Maar die is zo zwak en zo flauw dat het Paul Blart niet kan redden.

Andy Fickman/Kevin James en Raini Rodriguez

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.