Christine


Een rode Plymouth genaamd Christine steelt het hart van de sullige Arnold en laat niemand tussen ze in komen. Alleen Stephen King kan dit aannemelijk maken. En alleen John Carpenter kan dit boek met verve verfilmen. De toon, het tempo, de dialogen, het acteren, alles klopt aan deze sexy horror over volwassen worden, pesten, machogedrag en een bizarre driehoeksverhouding. Arnold is goed bevriend met de veel populairdere Dennis, die het vaak voor zijn maatje moet opnemen. Thuis wordt Arnold stevig onder de duim gehouden. Meisjes zien hem niet staan. Alles verandert als hij in een verwilderde voortuin een vuurrode auto ziet staan. Volgens de voormalige eigenaar heet ze “Christine”.

Dat Christine geen gewone auto is heeft Carpenter al in de openingsshots laten zien. Ze neemt met haar voorklep een hapje van een monteur, of laat iemand stikken. Maar dat weten Arnold en Dennis niet. De vraag is of het Arnold iets zou kunnen schelen. Hij wil hoe dan ook Christine in bezit krijgen en ze wordt het middelpunt van een akelige obsessie.

De personages die King op papier zet worstelen altijd met onderdrukte verlangens of demonen. Bij Arnold wordt snel duidelijk dat hij een pispaaltje is en de overbeschermende knuffel van zijn ouders als verstikkend ervaart. Christine wordt gebruikt als katalysator om Arnolds opgekropte frustraties te uiten. Hij rebelleert tegen zijn ouders, gaat uit met het mooiste meisje van de school, gooit zijn bril weg en kleedt zich anders. Zijn houding verandert, net als zijn loopje. Best een goede ontwikkeling, ware het niet dat hij alleen oog voor Christine heeft. Als iemand hem daarop aanspreekt wordt hij agressief. Geen kwaad wordt over zijn schat!

Carpenter weet met kille synthesizerklanken, belichting en camerastandpunten van Christine een levensgevaarlijke minnares te maken.

Acteur Keith Gordon weet het bipolaire karakter van Arnold perfect uit te spelen. Het is iets in zijn ogen. Een broeierige, gespannen blik. Elk moment kan hij omslaan van rustige jongen naar driftkikker. Het voelt geen moment gekunsteld. Is Arnold in het begin de sukkelaar die niet eens het vuilnis buiten kan zetten, zo halverwege waant hij zich de coolste jongen van het universum.

Carpenter weet met kille synthesizerklanken, belichting en camerastandpunten van Christine een levensgevaarlijke minnares te maken. De scène waarin ze als vuurbal één van Arnolds pestkoppen aanpakt, zegt genoeg: deze auto komt rechtstreeks uit de hel. Ze is een monsterauto die iedereen op haar pad vermorzelt. En op zoek is naar een geliefde. Een chauffeur wiens leven ze kan opeisen, om er zelf sterker van te worden. Hoe vergezocht de plot ook mag zijn, Christine is één van de beste verfilmingen van een boek van King.

John Carpenter/Keith Gordon en John Stockwell

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.