Wat krijg je als George Clooney een oud script van de gebroeders oppakt, zelf wat ideeën erin verwerkt en achter de camera kruipt? Het antwoord is Suburbicon, een vlijmscherpe, gitzwarte komedie/drama, waarin de stempel van de Coens duidelijk te voelen is. Suburbicon is een woonwijk waarin iedereen in harmonie met elkaar samenwoont, tot de buurt opschrikt van de nieuwe buren. Die zijn namelijk gekleurd. Alsof dat niet voor genoeg spanningen zorgt wordt een familie slachtoffer van een brute inbraak met onvoorziene gevolgen.
In het begin van Suburbicon zet Clooney direct de toon en laat hij zien hoe we het verhaal moeten zien. De inbraak, de komst van de gekleurde inwoners, al deze gebeurtenissen worden getoond vanuit het perspectief van het jongste personage, Nicky. De film kabbelt op die manier voort, tot Nicky er achterkomt dat zijn vader en tante een duister geheim verbergen. De vraag is wat hij nu moet doen. Intussen groeit het ongenoegen van de inwoners van Suburbicon jegens de nieuwe inwoners. Vanaf dat moment staan alle verhoudingen op scherp en doet Clooney er alles aan het verhaal op een grimmige climax af te sturen.
Bij uitbrengst waren de kritieken gemengd en dat begrijp ik ergens wel. De twee verhaallijnen liggen wel goed naast elkaar maar willen nooit een geheel vormen. De donkere buren krijgen nauwelijks aandacht, Clooney heeft alleen oog voor de gevolgen die hun aankomst heeft. Ze worden gepest, uitgescholden, er wordt een hek om hun tuin heen gebouwd en ‘s nachts gaan de treiterijen gewoon door. De spanningsboog staat er, alleen blijven de personages erachter verscholen. De familie krijgt wel alle aandacht en deze lijn heeft alle kenmerken van een Coenesk drama. Een ogenschijnlijk op zichzelf staand incident blijkt veel complexer in elkaar te steken, met gevolgen die steeds verder escaleren. Denk aan Fargo, maar dan zonder het zogenaamde “waargebeurd” erbij.
Clooney blijft dit keer achter de camera en heeft voelbaar plezier met de regie. In tegenstelling tot wat andere recensenten aangaven vind ik de toon wel degelijk consequent. Matt Damon en Julianne Moore zetten echte verrotte persoonlijkheden neer, dit zit het verhaal niet in de weg. Het versterkt de naargeestige sfeer van de film, waarin iedereen in een neerwaartse spiraal terechtkomt.
Het eind zal niet ieders smaak zijn, het valt Clooney te prijzen dat hij voor zo’n slot kiest. Ja, het is erg grimmig en zwartgallig, maar dat is Suburbicon ook. Een andere finale zou volstrekt ontoepasselijk zijn.
George Clooney/Matt Damon en Julianne Moore