Lucky is anderhalf uur kijken naar de negentig jaar oude Lucky die elke dag dezelfde routines volgt en wat mijmert over de dood. Toch heb ik waanzinnig genoten van deze titel. Hoofdrolspeler Harry Dean Stanton vertoont nog één keer zijn kunstje voor de camera. Hij zet een doorleefd personage neer dat geconfronteerd wordt met zijn sterfelijkheid en weet dat hij niet lang meer heeft. De scenaristen hadden duidelijk een film voor ogen die als een spirituele reis moest werken.
Als Lucky zijn huis verlaat is er buiten fel hemellicht te zien. Hij krijgt een obsessie met het woord “realisme”. En in elke scène worden herinneringen aan vroeger opgehaald en over de dood gesproken. Net als het leven van Lucky zelf kabbelt de film door. Wat betreft sfeer doet het sterk denken aan The Straight Story van David Lynch. Hierin speelt ook een bejaard personage, Alvin, de hoofdrol. In Lucky is diezelfde vervreemding voelbaar, met excentrieke personages en absurde humor. Het verschil is wel dat Lucky steviger in zijn schoenen staat dan Alvin.
Stanton was zelf negentig toen hij in deze film acteerde en daar mag alle lof voor worden gegeven. Hoe fragiel hij lichamelijk ook oogt, geestelijk is hij nog behoorlijk bij de les. Als hij bij de dokter zit omdat hij een keer is flauwgevallen en aan het eind van de sessie een lolly krijgt, bromt hij: “what am I supossed to do with this? Stick it up my ass?” Daartegenover staan scènes waarin hij in bed ligt en mistroostig voor zich uitstaart. Hij weet dat hij niet het eeuwige leven heeft en dat het einde wel eens snel kan komen. Hij doet er stoer over, hij geeft toe toch bang te zijn. Lucky is een eenling is die niet in God gelooft. Als hij doodgaat, weet hij dat er maar één ding zal zijn: niks. Geen vrienden of familie die op hem wachten. Helemaal niks.
Lucky was geschreven met Stanton in gedachte en dat is te merken. Het is of hij als zichzelf op de set rondloopt, de teksten improviseert en de andere personages per toeval ontmoet. De autobiografische elementen versterken dit idee. Zo was Stanton inderdaad kok op een oorlogsboot en had hij ambitie om countryzanger te worden. Als hij op het laatst de kijker met een droevig lachje aankijkt is het of hij zegt: “Dit was de show, dames en heren. Mijn tijd zit erop.”
John Carroll Lynch/Harry Dean Stanton en David Lynch
Prachtige laatste rol, heb ook erg kunnen genieten van deze titel.