Jaren geleden riep mijn vader enthousiast dat hij een film had opgenomen: Blue Velvet van David Lynch. Ik was een jaar of veertien en tot dan toe alleen bekend met acties, horrors, thrillers en mysteries. Het moment dat dat blauwe gordijn verscheen en die hypnotiserende muziek werd gespeeld, wist ik dat dit iets anders was. Blue Velvet gaat over Jeffrey Beaumont, een hele gewone jongen wiens vader in het ziekenhuis beland door een infarct. Als hij tijdens een wandeltocht een menselijk oor vindt en dit bij de politie afgeeft, kan hij zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen: van wie is dat oor?
Dan ontmoet hij de charmante Sandy, die vertelt over de mysterieuze nachtclubzangeres Dorothy. Hoe verder Jeffrey graaft, hoe meer hij verwikkelt raakt in een boosaardige droom vol sadomasochisme en voyeurisme.
Blue Velvet is de meest toegankelijke film van David Lynch waarin al zijn thema’s en technieken voorbijkomen: onderbuikgevoelens, een associatieve montage en een broeiende, schurende soundtrack. Het was een spannende film en mijn introductie in het filmhuisgenre. Toch zag ik er niet het meesterwerk in wat critici er wel in zagen. Tot ik het, tien jaar na dato, nog een kijkbeurt heb gegeven.
Lynch gebruikt Blue Velvet om de fantasieën van Jeffrey uit te werken. Sandy zegt dat ze niet zeker weet of hij nu een detective is of een perverseling, en dat is precies waar Blue Velvet over gaat. Jeffrey mag dan zo onschuldig en naïef ogen, intussen begluurt hij Dororthy in haar eigen woning. Hijzelf zegt dat dit uit nieuwsgierigheid is, maar als hij voorzichtig de sadomasochistische relatie met haar aangaat, is dit dan ook uit nieuwsgierigheid? Of brandt er een duister verlangen in zijn hart? Deze tegenstelling wordt prachtig verbeeld als “In Dreams” van Roy Orbison wordt geplaybackt in een zeer geladen situatie. Een onbetwist hoogtepunt van de film en de perfecte botsing tussen mooi en lelijk, zuiver en vals, onschuld en kwaad.
De rol van Dennis Hopper mag ook niet onvermeld blijven. Als psychopaat Frank Booth is hij de perfecte tegenpool van Jeffrey. Een drugssnuivende, psychotische seksfreak die Dorothy dwingt tot bizarre, ritualistische seks. Het is een figuur waar Jeffrey van walgt. Misschien wel omdat hij hem onbewust herkent als verbeelding van zijn eigen perverse geest.
Dat de plot drijft op toevalligheden en de personages niet zo vreselijk diepzinnig zijn maakt helemaal niet uit. Die zaken interesseren Lynch niet. Hij wil die donkere wereld verkennen, ervaren hoe het is om daar rond te dwalen. Als de eindtitels over het scherm rollen heb ik die wereld zeker gevoeld. En moet ik toegeven dat ik het graag nog een bezoek wil brengen.
WIST JE DAT
David Lynch/Kyle MacLachlan en Dennis Hopper