De werkwijze van Jane Campion, de regisseuse van The Piano, doet mij denken aan dat van een schilder. Ze besteedt veel aandacht aan de woeste natuur van Nieuw-Zeeland. De personages rennen door de bossen, blijven steken in de modder en worden door zeeziekte overweldigd. Met groene kleuren benadrukt ze hoe benauwend de bossen zijn, de zee is kil blauw. Zo schildert ze een rauw decor dat als achtergrond dient voor een liefdesverhaal. Het gaat over Ada, die niet meer kan praten, en haar dochter Flora. Ada is uitgehuwelijkt aan de in Nieuw-Zeeland woonachtige Stewart. Zijn buurman George is geïntrigeerd door de stomme Ada. Als zij haar dierbaarste bezit, een piano, van Stewart op het strand moet achterlaten, sluit George een deal met haar. Hij neemt de piano in huis, zij mag erop spelen en hem “lesgeven”. Op één voorwaarde: de betalingen dienen in natura te worden voldaan. Campion heeft zo de perfecte ingrediënten voor een heerlijk broeierige cocktail.
The Piano is een romantisch drama dat draait om één gevoel. Verlangen. Brandend verlangen. Ziedend, vurig verlangen. Stewart en George willen allebei Ada, haar aandacht gaat eerst uit naar de piano. Als ze achter de toetsen zit en gaat spelen, raakt ze in vervoering. Extase bijna. Ze wordt woest als iemand anders ook maar naar haar geliefde expressiemiddel wijst. Je zou de piano haast zien als een hoofdpersoon, eerder nog is het een cruciaal middel om de plot voort te stuwen. Waar de piano is, daar moet Ada naartoe. Dus als haar geliefde instrument bij haar minnaar staat te wachten, heeft ze geen andere keuze dan George te bezoeken. De driehoeksverhouding zou er niet eens zijn zonder dit instrument.
Campion heeft hiermee al genoeg voor een fascinerend gegeven, ze haalt er nog andere elementen bij. Zo betrekt ze de Maori in het verhaal, het originele volk van Nieuw-Zeeland, en laat die flink botsen met de Westerlingen. Het beste komt dit naar voren in de scène waarin de schoolkinderen een toneelstuk opvoeren. De Maori denken dat één van de kinderen echt wordt aangevallen en trekken hun wapens. De Westerlingen gaan vrij bot om met het cultuurgoed van de Maori. Dan zijn er ook de bediendes van Stewart die zich geen raad weten met Ada’s “hysterische” gedrag en de manier waarop zij op de piano speelt. Kan zij zich niet gedragen zoals een vrouw dat hoort te doen? The Piano raakt nogal wat thema’s aan waardoor de film dreigt te overspoelen. Dat Campion de spanningsboog toch de film lang gespannen weet te houden, ondanks de zijpaadjes, laat maar zien wat voor getalenteerd filmmaakster zij is.
Ik kan mij voorstellen dat er kijkers en critici zijn die de vele lof wat overdreven vinden. Het is inderdaad een langzame film en Campion heeft meer oog voor de beelden en haar personages dan het verhaal op zich. Maar dit werk weet het brandende verlangen wel verdomd goed te verbeelden. En dat laatste shot is echt prachtig.
Jane Campion/Holly Hunter en Anna Paquin