Voor mijn verjaardag begin dit jaar wilde ik met wat vrienden een bijzondere film kijken. Na een ondemocratisch stemming, geleid door ondergetekende, werd het The Greasy Strangler. Ik moest hem… pindakazen. Of het daardoor kwam weet ik niet, maar het geluid was nauwelijks te horen. De dialogen waren zo goed als onverstaanbaar. De beelden mochten in dit geval meer zeggen dan een hele roman bij elkaar, The Greasy Strangler bleek onnavolgbaar. Toen de eindcredits over het scherm rolde, was ik ontzettend dankbaar dat deze trip ten einde was. Toch is het blijven hangen. Juist omdat het zo bizar en krankzinnig was. Via Amazon heb ik de DVD besteld om hem nog eens te kijken. Nu met beter geluid. Nog steeds is het onnavolgbaar. Maar het heeft ook een aanstekelijk fuck you gehalte.
Hoofdpersonen Big Ronnie en Big Brayden zijn een vader en zoon duo die rondleidingen geven langs discotheken. Overdag is Big Ronnie een humeurige man die zijn eten en drinken zo vet mogelijk wil hebben, ‘s nachts overdekt hij zich in vet en maakt de straten onveilig als de Greasy Strangler. Regisseur Jim Hosking gebruikt dit toch al niet al te conventionele plot om krankzinnige personages, verhaallijnen en scènes erin te gooien. En mocht je het je afvragen, het kan inderdaad nog gestoorder dan de plot op zich.
Naast de vettige wurger loopt er ook iemand rond met een plastic varkensneus (genaamd Oinker) en praat iedereen in nagenoeg dezelfde staccato ritme. De dialogen zijn repetitief, suggestief en surrealistisch. Zo is er een scène waarin drie toeristen bij een snackautomaat staan. Nummer één wil een zakje chips. Er is alleen geen chips. Waarom is die chips zo bijzonder, vraagt toerist nummer twee, waar zijn die chips van gemaakt? Toerist één blijft het woord “porto” herhalen. “I’m sorry, could you repeat that?” zegt toerist twee, nadat dit woord pas tien keer is herhaalt. Als ze ver voorbij het ongemakpunt zijn, zegt toerist nummer drie “I think he is saying potatoe.”
Big Ronnie is zonder twijfel het opvallendste personage van iedereen. Hij is fan van woorden als “cunt”, heeft er plezier in scheten in het gezicht van zijn zoon te laten en loopt regelmatig naakt rond. Echt helemaal naakt. Zijn jongeheer maakt nog net geen kletsende geluiden tegen zijn benen. En de seksscènes. Oh Jezus, de seksscènes. “Am I doing it right Janet? I’m doing it wrong, isn’t it? Oh my God, I’m doing it wrong, I’m so sorry Janet” jammert Big Brayd terwijl Janet bovenop hem zit en de tijd van haar leven heeft. Of als Big Brayden met zijn vinger in haar achterste zit en zij opmerkt “wouldn’t it be funny if I farted now?” Als je denkt dat de grenzen van smaak en humor zijn overschreden, neemt The Greasy Strangler nog wat extra stappen tot je alleen met open mond kan blijven staren.
Het doet nog het meest denken aan het absurdisme van Hans Teeuwen, geregisseerd door David Lynch. De sets zien er bedrieglijk eenvoudig en lieflijk uit, de scènes geven er een pschyedelische invulling aan. De personages zijn net kinderen die verdwaasd in de krankzinnigheid rondlopen. The Greasy Strangler is een film die je ofwel haat ofwel briljant vindt. Na deze tweede kijkbeurt ben ik in ieder geval meer geïntrigeerd geraakt door de hersenspinsels van Hosking. Hij laat zien zich geen donder aan te trekken van smaak of filmconventies.
5-7-2017/Jim Hosking/Michael St. Michael en Sky Elobar
Nooit van gehoord en die trailer ziet er bizar uit. Denk dat dit niets voor mij is 🙂
Bullshit artist! 😉