De carrière van M. Night Shyamalan kent een interessant verloop. Hij begon goed met The Sixth Sense, daarna volgde een wat mindere Unbreakable (hoewel dit nu echt een goede superheldenfilm was), en ging het bergafwaarts met dieptepunten als The Happening en After Earth. Toen was daar plotseling het spannende The Visit, waarvoor Shyamalan de zogenaamde “redeemer award” kreeg. Dit is een prijs uit de Raspberry Award stal die aangeeft dat je weer goed bezig bent. Het moet hem goed hebben gedaan, want dit jaar was er Split.
In deze film staan twee personages tegenover elkaar: de verlegen Casey Cooke (Anya Taylor-Joy) en Kevin (James McAvoy). Kevin heeft drieëntwintig persoonlijkheden, die geloven dat ze met zijn allen één entiteit op kunnen roepen: The Beast. Als Kevin dan ook nog eens drie meisjes ontvoerd, waaronder Casey, begint een gevecht op zowel psychologisch als fysiek gebied.
Het verhaal zal bij de één gegrinnik oproepen, de ander zal het fantastisch vinden. Ik hoor tot het tweede kamp. In de zaal hoorde ik een vrouwtje naast mij mompelen “ik geloof er niks van”, en in recensies las ik dat het script niet altijd even logisch is. Dat zal best. Maar ik vond dit een een geslaagd werk van Shyamalan. Hij heeft een ijzersterke zet gedaan door McAvoy te casten als Kevin, die soepel tussen de persoonlijkheden weet te schakelen. Hij behandelt elke persoonlijkheid als een volwaardig personage, zodat het erg geloofwaardig wordt.
Er zijn schoonheidsfouten te bespeuren (houterige dialogen, prekerige toon) waardoor het niet een geweldige film is geworden. Maar wel eentje die je bijblijft. En die bovendien even wat dieper snijdt dan we van Shyamalan gewend zijn, zeker na zijn meer sentimentele werken. En natuurlijk moeten we het einde niet vergeten. Ik ga dat niet verklappen, maar verdorie, Shyamalan heeft dit keer een prachtige twist uit zijn hoge hoed getoverd.